Stinkende magie

Als het aan mij had gelegen was ik de bank niet meer afgekomen afgelopen Koningsdag. Het vooruitzicht van een bandje en een biertje, samen met m’n dochter, trok me over de streep. Gelukkig maar.

Want wat hou ik van bandjes. Het wij-gevoel dat ze uitstralen en waar wij als publiek aan meedoen, voor eventjes, totdat het afgelopen is en er weer sprake is van wij en zij. Hoe het spelplezier eraf spat, overal in doorklinkt en iedereen besmet met pure vreugde. Want dat is belangrijk: als de band zelf geen plezier heeft, wordt het voor niemand een leuke avond. Wanneer er niet gespeeld wordt maar een setlijstje afgewerkt: ga maar weer naar huis want dit wordt ‘m niet. 

En altijd als ik in het publiek sta, weet ik weer hoe leuk het is om in een bandje te zitten. Uren onderweg voor een optreden van een half uurtje. Jezelf een hernia sjouwen omdat die grote speaker net wat beter klinkt dan die kleine. In het zaaltje erachter komen dat er niet gesoundcheckt kan worden omdat er eerst een voetbalwedstrijd gekeken moet worden. Spelen voor 5 man die elkaar ook heel veel te vertellen hebben. Alles weer inladen, waarbij de zanger altijd net dan iets beters te doen heeft, meestal iets met een vrouw. Op de terugweg elkaar wijzen op alle fouten die gemaakt zijn. Diep in de nacht lichtelijk dronken je bed inrollen, een ervaring en (als je mazzel hebt) een paar tientjes rijker.

Maar wat een genot om dit alles mee te maken samen met je ‘andere familie’! Want dat is een bandje: een familie, een clan, een gang. In een bandje geldt: één voor allen, allen voor één. Geen ego’s, in ieder geval achter de schermen. Laat ze voor de schermen maar denken wat ze willen, wij weten beter.

En dan het spelen: magisch! Als je bewijs zoekt dat telepathie bestaat: vraag het aan bandjes. De manier waarop je op elkaar reageert, nog voordat er iets gebeurt dat om een reactie vraagt. Als alle puzzelstukjes van de instrumenten en de bespelers ervan in elkaar vallen, onstaat er iets dat groter is dan de som der delen. Je wordt collectief opgetild naar een hoger niveau, stijgt boven jezelf uit. 

Om weer te landen in een stinkend busje nadat de drummer (altijd de drummer) een scheet heeft gelaten. Man, wat hou ik van bandjes. 

stuiter

Een van de geluiden uit mijn jeugd die me het beste bijstaat, is dat van een stuiterende voetbal. Een nieuwe, onbekende bal gaf al veel van zijn geheimen prijs door er een paar keer goed mee te stuiteren. Als je goed luisterde, kon je de beloftes van de bal horen. Beloftes over schoten in de kruising, passes met effect waar tegenstanders alleen maar hopeloos naar konden kijken, over dribbels waarbij de bal aan je voet geplakt bleef als een Tweede Kamerlid aan het pluche.

Je leest wel eens over een gitarist die de kans krijgt om op de gitaar van een van zijn helden te spelen. Altijd is de gedachte: wow, nu ga ik eindelijk net zo klinken als (vul hier de naam van de held in)! En altijd komt de teleurstelling: Nu klink ik nóg niet als (vul naam held in). Wat blijkt: welke apparatuur je ook gebruikt, je klinkt zoals jezelf. Het geluid zit in je vingers, in jouw persoonlijkheid.

Sinds deze week weet ik dat dit ook voor het geluid van een stuiterende bal geldt. Ook dat zit niet in de bal, maar in de vingers van de stuiteraar. Ik liep een rondje met het hondje, er kwam me een jongetje tegemoet gerend. Achter hem liep, of beter gezegd sjokte, een vrouw waarvan ik vermoedde dat het zijn moeder was. De vrouw had een bal bij zich. De vrouw stuiterde met de bal.

Zelden heb ik een zo lusteloze stuiter gehoord. Ik keek naar haar gezicht en ik snapte het. Ik snapte de bal ook. Als de bal de kans kreeg, zou hij van haar weg stuiteren, op een manier dat ze er achteraan zou moeten rennen, steeds weer bukkend om de bal op te rapen, maar dat dat telkens net niet lukt, waardoor ze weer opnieuw in de achtervolging moest. Helaas kreeg de bal die kans niet en was hij veroordeeld tot de handen van de vrouw die helemaal geen zin had om te gaan ballen. Het enige wat de bal kon doen, was zijn lot delen met een toevallige voorbijganger en goede verstaander.

A man’s world

Ik reed (ja, ik weet het) naar de sportschool. Het was zondag dus het was druk op de parkeerplaats. (Gelukkig was ik niet de enige die met de auto naar de sportschool ging.) Ik zag nog twee vrije plaatsen en reed achter een SUV aan die kant op. De SUV parkeerde op de ene plek en eigenlijk ook een beetje op de laatste vrije plek. Maar het paste, dus ik blij.

De chauffeur van de SUV zag me blijkbaar even kijken of er nog genoeg plek voor mijn auto was, want de SUV stak nog een keer heen en weer om wat ‘socialer’ te staan. De chauffeur stapte uit en ik bedankte haar voor het gebaar. Ze zei “Ja, ik dacht al dat ik wat ruim geparkeerd had. Ik ben er ook niet zo goed in…tja, vrouw hè”.

Je leest wel eens iets over het verschil tussen mannen en vrouwen bij sollicitaties. Als een man aan 8 van de 10 functie-eisen voldoet, vertrouwt hij er (niet altijd terecht) op dat die laatste 2 hem ook wel gaan lukken. Vrouwen schijnen daarentegen eerder geneigd te zijn om vanwege die 2 eisen niet te solliciteren of te twijfelen over hun geschiktheid voor de functie.

En de media staan vol met voorbeelden waarin vrouwen niet serieus genomen worden, simpelweg omdat ze vrouw zijn. Of het nu om een politica gaat, een arts in opleiding of een presentatrice van Studio Sport, steeds weer lopen vrouwen tegen het verschijnsel aan dat onze maatschappij heel lang een mannenbolwerk is geweest en nog steeds in grote mate is.

Kijk, een man had waarschijnlijk gedacht ‘als jij je autootje niet in dat plekje kan parkeren kan je maar beter helemaal stoppen met autorijden, sukkel’. In ieder geval was de kans dat een man een eventuele fout bij zichzelf gezocht had, een stuk kleiner.

En waar ik vaak wens dat mannen iets minder misplaatst zelfvertrouwen zouden hebben, zou dit voor vrouwen misschien wel andersom mogen gelden. Dus dames, meiden, vrouwen: als je dat mannenbolwerk wil afbreken, hou dan op met het in stand houden ervan. Of ben ik nu aan het mansplainen?

Vingertje

Veel marketingafdelingen zullen zich de afgelopen maanden het hoofd gebogen hebben over de vraag: wat doen we met Qatar? Waar normaal gesproken de WK-inhakers niet van de lucht zijn, ligt dat dit WK anders. Bedrijven zijn voorzichtig, want willen niet de indruk wekken dat ze over de rug van de omgekomen arbeidsmigranten, onderdrukte minderheden of achtergestelde vrouwen geld willen verdienen.

Alle bedrijven? Nee, één klein supermarktje blijft koppig weerstand bieden tegen iedere vorm van moreel en ethisch besef. De reclame van Jumbo (ondertussen stopgezet) toont een verbijsterend gebrek aan gevoel voor de situatie In Qatar. En dat terwijl ze van te voren nog wel hebben gezegd ‘een zorgvuldige afweging gemaakt te hebben en zich te realiseren dat er gevoeligheden bestaan rondom het WK voetbal in Qatar.’

Datzelfde heeft Albert Heijn ook aangekondigd: rekening houden met de situatie in Qatar. En resultaat is ook echt anders: “De AH-reclame voor het WK voetbal is bijna een kerstcommercial, zo zoet, maar precies goed voor dit beladen WK”, schrijft de site Welingelichte Kringen. Het land Qatar wordt niet genoemd, de boodschap is verbinding: samen thuis kijken naar voetbal onder het motto ‘samen zijn we Oranje’.

Inderdaad beter dan de Jumbo-reclame, alhoewel de lat ook bijzonder laag lag. En toch knaagt het: uiteindelijk zit je toch te kijken naar en misschien te juichen voor een WK dat nooit had moeten plaatsvinden. En ik weet, je juicht niet voor de tribune, zoals mijn naamgenoot snedig meende te moeten opmerken als antwoord op vragen over de regeringsdelegatie naar het WK, maar zo makkelijk komen we er wat mij betreft niet mee weg.

Die hele Albert Heijn reclame is voor mij een voorbeeld van de Nederlandse dominee die met het vingertje omhoog belijdt hoe rechtschapen we wel niet zijn, terwijl de Nederlandse koopman ondertussen zijn zaakjes regelt. Kijk ons eens inclusief zijn, zie welk een moreel besef wij ten toon spreiden! Ondertussen kaartjes weggeven voor ‘het grootste voetbalfeest ooit’, pizza’s, bier, chips en oranjesjaaltjes in de bonus gooien en dus keiharde euro’s verdienen aan een WK wat toch met geen mogelijkheid het grootste voetbalfeest ooit genoemd kan worden.

Het had AH gesierd als ze iets anders met het budget en de zendtijd voor deze campagne gedaan hadden: de zendtijd naar mensenrechtenorganisatie of lhbti-actiegroepen, het budget naar de nabestaande van de omgekomen arbeidsmigranten, om maar eens iets te noemen. Maar dat laat het contract wat AH met de KNVB heeft uiteraard niet toe. En van die laatste partij hoeven we ook niet veel actiebereidheid te verwachten, dat is de laatste weken duidelijk geworden.

Wat dat betreft is die reclame van de Jumbo misschien nog wel eerlijker dan die van AH; bij hen is het tenminste duidelijk welk vingertje de Jumbo-dominee omhoog heeft. Maar er is hoop, om dit verhaal toch met een positieve noot af te sluiten: de keten Dille en Kamille laat zien dat je niet overál aan mee hoeft te doen en blijft op Black Friday dicht. Het kan dus wel.

Harry

Soms wordt (een poging tot) satire ingehaald door de realiteit. De laatste weken meen ik dat geregeld te zien. Toen Feyenoord aanvoerder Kökcü weigerde de ‘One Love’ band te dragen met een vage verwijzing naar zijn religie, werd elk satirisch gras voor m’n voeten weggemaaid door het gesprek hierover bij Studio Voetbal, waar Ibrahim Affelay als een soort Messi langs iedere vorm van stellingname wist te dribbelen. In de Avondshow vatte Arjan Lubach het gesprek samen als ‘het definitieve failliet van het woord respect’.

Deze week was Qatar, nu het aftellen naar het WK begonnen is, vaak in het nieuws. Eerst was daar de emir, die niet blij was met de ‘lastercampagne’ die hij meende waar te nemen in de internationale media. Het land had ter goede trouw gehandeld dus waar zeuren we nou eigenlijk over. Daarna kwam het nieuws dat Qatar Nederlandse fans heeft aangeboden om op kosten van het emiraat naar het WK te gaan. In ruil hiervoor moesten de gelukkigen dan positieve berichten op social media plaatsen. Het is hier fantastisch! Ook zouden ‘beledigende uitingen’ gerapporteerd moeten worden.

Hier kan ik wel wat mee, dacht ik. Misschien kan ik iets leuks schrijven over Thierry Baudet die nu vast op kosten van Rusland ergens heen mag? Of mezelf aanbieden als zo’n zogenaamde micro influencer en bijvoorbeeld mensen proberen te overtuigen dat Kensington écht een goeie band is (of is het ondertussen was?).

Maar toen kwam Harry.

Misschien ken je hem bij zijn complete naam: Harry de Tietenman. Als fanatiek Oranje supporter moedigt Harry al jaren onze jongens aan met twee enorme ballonnen in zijn Oranjeshirt. Lachen man. Hij reist Oranje overal achterna. En dus ook naar Qatar. En dat kost hem geen cent, want Harry heeft het aanbod van Qatar aangenomen. Mooi man.

Gisteren zat Harry bij Jinek om over zijn nieuwe hoedanigheid als micro influencer te praten. Hij was al goed ingewerkt. Op de vraag van sportjournalist Thijs Zonneveld of hij wel wist wat er in Qatar speelde counterde hij met de tegenvraag of Thijs dat allemaal zelf gezien had en of hij bewijzen van alle vermeende misstanden had. Vervolgens koos Harry de aanval en vroeg Thijs waar de journalisten 8 jaar geleden waren, toen er misschien nog ingegrepen had kunnen worden. Thijs antwoordde dat een collega van hem 8 jaar geleden was opgepakt en gevangengezet toen hij verslag probeerde te doen van de bouw van de stadions. Harry liet ongevraagd weten dat hij niet van plan was om zichzelf te laten oppakken, dat vond-ie maar dom. Hij was trouwens ook niet voornemens om zich aan de ‘code of conduct’ te houden waar hij net voor getekend had.

De satire voorbij, dit. Hier kun je niet overheen. Alleen die Code of Conduct komt eigenlijk in de buurt. Hierin staan pareltjes als “We know you have your own opinions, and your own style, so based on the facts we present to you, share them in a manner that suits you.” Hoezo geen vrijheid van meningsuiting in Qatar? Ook een mooie, die laat zien dat het WK helemaal niet alleen over geld gaat: “use the official Fan Leader slogan and hashtag in your content: QATAR – THE FANS’ WORLD CUP #IAMAFAN“. Tóch een WK dat echt voor de fans is, het is officieel!

En het meest wrange van dit alles is, zoals Thijs Zonneveld opmerkte, dat er geen geld is om de nabestaanden van de 6500 omgekomen arbeiders te compenseren, maar kennelijk wel om Harry de Tietenman naar het WK te laten gaan. Mooi man.

10

Deze week is het tien jaar geleden. Tien jaar geleden dat we het gesprek voerden dat geen enkele ouder ooit met de artsen van hun kind zou moeten voeren. Tien jaar geleden dat, na jaren tussen hoop en vrees, de hoop als steunpilaar wegviel, ons wankelend achterlatend. Toen we na dat gesprek bij Maria op haar kamer kwamen, bleek ze koorts gekregen te hebben, wat de onvermijdelijkheid nog eens extra benadrukte.

Tien jaar geleden dat Maria alle foto’s van ons mooie gezinnetje die naast haar bed hingen, een voor een wilde vasthouden, alsof ze de beelden nog eens goed wilde bekijken. Ze wist het. Tien jaar geleden dat loslaten een begrip met diepe betekenis werd. Tien jaar geleden ook dat we voor het laatst als compleet gezin de deuren van het ziekenhuis uitliepen. Ik herinner me nog, in de hal van het ziekenhuis, de vriendelijke blik van herkenning van de man van de koffiecorner, die omsloeg toen hij zag wie ik bij me droeg. De rit naar huis, waarvan ik me later af zou vragen hoe ik dat in hemelsnaam zonder ongelukken gedaan had.

Tien jaar geleden dat we met vrienden en familie afscheid moesten nemen. Dat vriend Ralph me wilde helpen om mijn belofte aan Maria, om een liedje voor haar te spelen, in te lossen. Dat we, na het oefenen, het liedje ook even bij Maria gespeeld hebben. Tien jaar geleden dat ik ook weer Mark moest worden in plaats van Vader van Maria.

En het raakt me meer dit jaar. Omdat het een mooi rond getal is? Ik weet het niet, maar het is wel zo. Deze en andere herinneringen spoken de laatste dagen constant door mijn hoofd en de donderwolk die deze weken altijd boven mijn hoofd hangt, is extra groot dit jaar.

Want alhoewel ik allang weer Mark ben, blijf ik voor altijd ook vader van Maria.

Back to the future

Afgelopen week was-ie weer eens op TV: Back to the future. Ik denk wel mijn favoriete film, of in ieder geval een van mijn. Alles klopt wat mij betreft: het plot, de actie, de humor (“Chuck? It’s your cousin Marvin. Marvin Berry! That new sound you were looking for? Listen to this!”) en heel leerzaam: je moet niet rommelen met het tijdscontinuum.

Hadden de opperrechters van het Amerikaans Hooggerechtshof maar naar deze wijze les geluisterd. Afgelopen week heeft het Hooggerechtshof besloten dat het federale recht op abortus opgeheven wordt, waardoor de staten hier zelf over mogen besluiten. Gevolg is dat in Republikeinse staten het onmogelijk zal/kan worden om een (veilige) abortus te ondergaan, soms zelfs als de zwangerschap gevolg is van verkrachting. “Tijdreizen is toch mogelijk” is een veelgehoorde opmerking op social media, “met een reis naar Amerika ben je in één klap 50 jaar terug in de tijd”.

Maar dat is maar een gedeelte van het verhaal. Natuurlijk heeft het terugdraaien van de RoevsWade-uitspraak uit 1973 het recht op een veilige abortus zo’n 50 jaar teruggedraaid. Maar er is meer aan de hand: dit gaat volgens mij veel meer over een kleine groep religieuze extremisten die de afgelopen decennia een enorme macht hebben vergaard.

In de Volkskrant van afgelopen weekend staat hoe het geluid van christelijk-conservatief, (extreem) rechts Amerika steeds meer het geluid van de Republikeinse partij is geworden. En dat heeft nu als gevolg dat, alhoewel meer dan de helft van de Amerikanen vóór legale abortus is, dit recht toch in grote mate beperkt is. En dat in dezelfde week datzelfde Hooggerechtshof een (100 jaar oude!) restrictie voor het dragen van wapens verbood, terwijl 80% van de Amerikanen voor meer regels rondom vuurwapens is.

En de kans is aanwezig dat dit nog maar het begin is. In zijn motivatie voor het besluit over abortus hint opperrechter Thomas op het terugdraaien van andere besluiten en noemt hierbij het recht op gebruik van anticonceptie en huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. Als dat waarheid wordt lijkt het er meer op dat de klok in Amerika stukje bij beetje, uitspraak voor uitspraak, een paar honderd jaar wordt teruggedraaid. Een klein groepje machthebbers die vanuit een religieuze overtuiging het land bestuurd, dat klinkt meer als de middeleeuwen.

Zwart-Wit

Frank Boeijen zong het al: “Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart-wit. Maar in de kleur van je haar.” Wijze woorden, al heb ik dat laatste nooit helemaal begrepen. Helaas wordt het advies van Nijmeegs bekendste troubadour tegenwoordig weinig tot niet in de praktijk gebracht. Op social media, in politieke debatten, in de krant en aan de talkshowtafel: het lijkt wel alsof je pas aandacht krijgt wanneer je in absolute termen praat: altijd dit, nooit zo, alles zus, niets dat.

Neem de huidige discussie over de jeugdzorg. In oktober 2021 is bekend geworden dat 1175 kinderen van slachtoffers van de toeslagenaffaire uithuis geplaatst zijn. In de discussie die hierop losbarstte, viel al snel het woord ‘staatsontvoering’, met of zonder #. En dit is een goede weergave, niet per sé van de werkelijkheid rondom die uithuisplaatsingen, maar zeker van de teneur van de berichtgeving in de media: uithuisplaatsing slecht, jeugdzorg slecht, ouders en kinderen slachtoffers van een systeem waar alles fout gaat.

Het grote bezwaar van de wijze waarop de jeugdzorg en de uithuisplaatsingen worden besproken, is dat de stelligheid van de meningen een zinvolle discussie hindert. De laatste weken heb ik meerdere jeugdzorgprofessionals zichzelf zien verdedigen, zoals in de Volkskrant een kinderrechter. Zij betoogt: “Het beeld dat kinderen van toeslagenouders onterecht uit huis zijn geplaatst en/of ten onrechte niet zijn teruggeplaatst is onjuist en ongenuanceerd.” Direct onder haar artikel op de site staat een column met als titel: “Ook de minister kon niet één expert noemen die vindt dat uithuisplaatsingen goed gaan”.

Zo komen we dus niet verder.

Volgens mij zijn dingen in het leven nooit zwart-wit. Shit, nou doe ik het zelf ook. Herstel: volgens mij zijn dingen in het leven vrijwel nooit zwart-wit. De waarheid ligt in het midden, in het zogenaamde grijze gebied. Nu weet ik dat grijs (als kleur) er niet echt goed opstaat (grijze muis, vergrijzing, 50 tinten), maar misschien is het wel tijd voor een opwaardering van deze kleur. Ik vind hem prachtig. Maar dat kan natuurlijk ook met mijn achternaam te maken hebben.

Knop

Don’t tell me you’re funny, tell me your joke. Geen woorden maar daden. Action speaks louder than words.

Zomaar wat gezegdes die bij me opkwamen toen ik gisteren naar Vandaag Inside zat te kijken hoe Johan Derksen zijn bekentenis van een dag eerder goed probeerde te praten. Ik ga het hier niet herhalen, check de link maar.

In ieder geval was het verhaal gisteren net iets anders (als in: geen strafbare feiten) en was de reden dat hij dit verhaal met ons had gedeeld niet begrepen. Bovendien, en daar waren alle vaste gasten het over eens, hij had altijd heel veel compassie en mededogen met de slachtoffers van misbruik. Excuses waren niet nodig, want hij bedoelde het niet zo slecht en hij had toch gezegd dat hij zich schaamde? En, bovendien, toen was alles anders. Had hij al gezegd dat hij altijd heel erg meeleeft met slachtoffers van misbruik?

Yeah right.

Als dat echt zo zou zijn, zou dat verhaal dan niet anders verteld zijn? Op een manier die dat meeleven ook laat zien? En niet als sterke kroegpraat met als voornaamste doel om de lachers op zijn hand te krijgen? Lachers die zo geconditioneerd zijn, dat ze altijd wel lachen, hoe slecht de ‘grap’ ook is?

En ook ik vind dat deze man, dit programma, van de buis zou moeten verdwijnen. Als mensen zo’n behoefte hebben aan kleedkamerpraat, moeten ze maar gaan sporten. Is nog gezonder ook. Maar als dat programma dan stopt, laat het dan zijn omdat er niet meer gekeken wordt en niet omdat het programma ‘gecanceld’ wordt. Dat voedt alleen maar de onzinnige bewering dat je ‘niets meer mag zeggen in dit land’.

Nee, laten we de woorden van de helaas deze week overleden Henny Vrienten in daden omzetten:

“Er zit een knop op je TV
Die helpt je zo uit de puree
Druk ‘em in en ga maar mee
De bloemen buiten zetten”

Hup Elite!

Zo. De langste kabinetsformatie ooit zit er op. Deze week hebben Rutte en co hun plannen gepresenteerd. Vanaf vorige week gingen de geruchten al dat het eindelijk zover zou zijn en maandagochtend werden de fractieleiders geïnterviewd op weg naar de laatste loodjes. Ze deden hun best om de verwachtingen te temperen, wilden geen van allen iets dat ook maar leek op een toezegging doen dat het bijna klaar was. Ja, misschien maar misschien ook niet. We moeten nog hard werken en dat gaan we nu doen, met hopelijk snel resultaat. “Deo Volente, zoals ze dat wel zeggen” zei Sigrid Kaag.

De afstand tussen de bestuurlijke elite en de rest van het land in 1 zinnetje. Want: niemand zegt nog “Deo volente” (toch?). Misschien dat Thierry weet wat het betekent, want die kent Latijns. Maar die gelooft alleen in zichzelf, dus die zegt dat ook nooit.

Niet dat ik tegen de elite ben, begrijp me goed. Ik ben juist enorm voor! Laat die elite maar hun capaciteiten gebruiken om moeilijke besluiten te nemen, om ons land door een turbulente wereld de weg te wijzen naar een mooie toekomst. Daarbij op transparante wijze verantwoording afleggend aan onze volksvertegenwoordiging in de Tweede Kamer. Ja, ik zie ook dat het hier misgaat. Maar ligt dat aan de zogenaamde elite of aan de definitie die we aan dat begrip hebben gegeven?

Eerst was de elite een “uitgelezen minderheid die bijzondere sociale, geestelijke en zedelijke kwaliteiten geacht werd te bezitten en die als geprivilegieerde, leidinggevende groep optrad”. In ons ‘doe maar normaal, dan doe je gek genoeg’-landje houden we echter niet zo van mensen met bijzondere kwaliteiten en wordt elite als iets negatiefs gezien. Dus bestaat de ‘elite’ steeds meer uit mensen die wel een bevoorrechte positie hebben, maar er geen bijzondere kwaliteiten tegenover zetten.

Kijk, als onze minister-president visie omschrijft als de olifant die het zicht op de rest van de kamer belemmert, als een lijsttrekker tijdens een pandemie roept dat we toch niet moeten luisteren naar een “klojo in een witte jas”, dan ontstaat ruimte. Ruimte voor een dansleraar die zich viroloog waant. Ruimte voor een model om na een paar uurtjes googelen ‘vragen te stellen’ over een complot van de farmaceutische industrie, regeringen en grote bedrijven . Ruimte voor gesprekken aan talkshowtafels waar wetenschappers tegenover BN-ers met een mening gezet worden, want dat clasht zo lekker op tv.

En mensen gaan erin mee, gaan erin geloven dat die dansleraar het beter weet dan de viroloog of dat het model een wereldwijde samenzwering blootlegt. Verwarren het hebben van een mening met het hebben van kennis en verwarren kennis met begrip. En als gevolg hiervan zoeken ze antwoorden waar ze niet te vinden zijn. Bij ‘life-coaches’ als Lil Kleine en Ali B bijvoorbeeld. ‘Coaches’ die vooral blijk geven van hun talent om zichzelf centraal te zetten terwijl je als coach toch vooral zicht op de ander moet hebben. En dergelijke dwalingen zijn niet zonder (financieel) risico: voor je het weet loop je rond met een radio-actieve ketting om je nek.

Nee, het wordt tijd om het begrip ‘elite’ een opwaardering te gunnen. Zodat we mensen die écht ergens verstand van hebben de ruimte geven om te doen waar ze goed in zijn. Zodat problemen niet verplaatst of vooruit geschoven worden, maar opgelost. En als we dan toch bezig zijn met her- of opwaarderen, kunnen we ‘deugen’ dan ook meenemen?