Voor of tegen

In het nummer ‘If it takes a lifetime’ van Jason Isbell zit een prachtige zin: “And I thought that I was running to but I was running from”.

Ik heb die zin altijd opgevat als dat je bij het maken van keuzes vóór iets moet kiezen en niet alleen tegen iets anders. Als je niet tevreden bent in je werk, maak dan keuzes die je helpen naar wat je wel blij maakt. Als je stopt met je baan zonder dat te weten, is de kans levensgroot dat je in een volgende baan precies tegen hetzelfde aanloopt. Relaties: geldt hetzelfde voor. Dat het ff niet lekker loopt kan zijn, maar de oplossing kan zomaar binnen je relatie liggen. Zonde als je daar achter komt als je net gescheiden bent. 

Dat verschil tussen voor of tegen iets kiezen zie ik ook terug in de kabinetsformatie. Eigenlijk zijn alle formerende partijen vooral tegen iets. Ze zijn allemaal ergens bang voor. De PVV is bang voor asielzoekers en de NPO. De VVD is ook bang voor asielzoekers en voor nieuwe verkiezingen. De BBB is bang voor het verlies van een onhoudbare voedselindustrie en voor alles wat ‘niet gewoon normaal’ is. En de NSC leek even de uitzondering op de regel maar heeft zich de laatste maanden aangepast met als dieptepunt het (later verwijderde) bericht op X waarin gesuggereerd werd dat de EU de vrijmarkten op Koningsdag zou willen afpakken. De NSC is trouwens ook erg bang voor transgenders.  

Wat de partijen dus gemeen hebben is de diepe angst dat er mensen (de EU, migranten, moslims, transgenders, klimaatdrammers, WOKE!) zijn die dingen willen afpakken. Banen, huizen, je gasfornuis, je auto, je BBQ, Zwarte Piet en dat je kan zeggen wat je denkt.

En toch duurt de formatie al best lang. En dat komt denk ik doordat er toch een moment komt dat je ergens vóór moet zijn. Dat is het moment dat échte keuzes gemaakt moeten worden. En daar is niet zo goed over nagedacht, zo lijkt het. En dat is ook moeilijk en een beetje eng, want uitspreken waar je voor bent, zegt misschien wel meer over je dan waar je tegen bent. 

Het tragische is, dat de oppositie meegaat in dit richtingloze spel. Ook zij komen niet veel verder dan benadrukken waar we bang voor moeten zijn. Klimaatrampen, maar vooral voor Wilders. Af en toe probeert iemand het wel, maar toch ligt te vaak de nadruk op: als Wilders aan de macht komt zijn we reddeloos verloren, of in ieder geval een eind op weg. Populisme tegen populisten, zoiets. 

En ik snap het: het ís ook een gevaarlijk punt waar we staan. Democratische waarden staan onder druk en het feit dat het eerbiedigen van de rechtsstaat onderwerp van de onderhandelingen is geweest, geeft aan dat diezelfde rechtsstaat niet vanzelfsprekend is. Maar met alleen een tegengeluid kom je er niet. 

Het wachten is op een politicus of partij die een heldere visie weet over te brengen. Die richting geeft op een respectvolle manier, met de nuances die bij de ingewikkelde problemen van nu horen. Dán neem je de kiezer serieus, ook die kiezer die niet op je stemt. 

Die Nähmaschine*

Als voetballer van een jaar of 12 had ik eigenlijk maar aan één ding een enorme hekel. Oké, eigenlijk aan twee, maar ouders die zich langs de lijn teveel met de wedstrijd bemoeien laat ik nu even buiten beschouwing. Al herinner ik me wel dat ik als aanvoerdertje van m’n pupillenteam de scheidsrechter eens gevraagd heb om een al te enthousiaste vader te vragen of hij z’n mond kon houden. Ben ik best trots op eigenlijk.

Maar goed, waar ik zo’n hekel aan had: spelers die zelf niet te beroerd zijn om een beuk uit te delen, maar als ze zelf eens geraakt worden gelijk moord en brand schreeuwen. Je kent ze wel, dat type. Vroeger was de Duitse voetballer Lothar Matthäus het prototype van zo’n speler, maar er zijn er meer: Mark van Bommel, Luis Suarez en alle Portugese en Spaanse voetballers. 

Ik moest daar aan denken toen ik las dat Geert Wilders aangifte gaat doen tegen Frans Timmermans. Die heeft op het PvdA-GroenLinks congres gezegd dat hij ‘niets nalaat om te voorkomen dat Wilders aan de macht komt’. Wilders interpreteert dat als een bedreiging.

Ondanks dat Timmermans verduidelijkt heeft dat hij ‘niets nalaten’ puur op parlementaire wijze bedoelt, gaat Wilders toch aangifte doen. En roept zijn volgers op X op om datzelfde te doen. Alsof ons justitieel systeem niet al druk genoeg is. 

En alsof Wilders zelf niets beters te doen heeft. De formatie gaat z’n 6e maand in en er is nog nergens overeenstemming over bereikt. Oh ja, over de maximumsnelheid die weer naar 130 zou moeten. Ja, dat gaat de bestaanszekerheid verbeteren, de migratie verminderen en de woningbouw stimuleren. Om van het klimaat maar te zwijgen.

Maar Wilders zet door: hij heeft een jurist in de arm genomen om uit te zoeken hoe die aangifte er dan uit zou kunnen zien en hoe dat juridisch in elkaar zit. En voegt daar aan toe: “Spelen op de man, dat pik ik niet meer”.  Zegt de man die een weekje eerder nog een staatssecretaris als ‘eng mannetje’ betitelde, Sigrid Kaag meerdere keren voor ‘heks’ heeft uitgemaakt en rechters als ‘nep’ wegzet.

En de Lothar Matthäus-award 2024 gaat naar…..(tromgeroffel)…Geert Wilders!

Gefeliciteerd Geert! 

*Die Nähmaschine (de Naaimachine) was de bijnaam van Matthäus, omdat hij er tijdens zijn carrière haast een gewoonte van maakte om andere spelers gele en rode kaarten aan te smeren.

Normaal

Doe normaal. Dat is het kernachtige advies van de commissie van Rijn, die het grensoverschrijdend gedrag binnen de publieke omroep heeft onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat 75% van de medewerkers het afgelopen jaar te maken heeft gehad met grensoverschrijdend gedrag. Een bizar hoog percentage, waarop de reactie inderdaad heel goed “Doe normaal!” kan zijn.

Ik heb niet zoveel met normaal. En niet alleen omdat ik er vroeger een hekel aan had om dat van ouders of leerkracht te horen, maar vooral omdat er iets betuttelends en beperkends vanuit gaat.

Normaal betekent dat er ook een niet normaal is. En wat normaal is, wordt bepaald door degene die de norm stelt. En dat is een machtige positie, zoals antropoloog Jitske Kramer probeert uit te leggen op radio 1. Zij haalt Caroline van der Plas als voorbeeld aan, die haar normaal zijn tot Unique Selling point heeft verheven. En daardoor alles wat niet normaal is kan negeren of wegzetten. Zoals Jitske zelf ondervond, getuige de reactie van Van der Plas.

Bovendien is ‘normaal’ een rekbaar begrip, dat voor veel te veel interpretaties vatbaar is. Kijk maar weer naar Van der Plas en haar BBB: toen de klimaatprotestanten van Extinction Rebellion de A12 een keer te vaak blokkeerden kwamen ze met het voorstel om die organisatie als terroristisch aan te merken, zodat er ‘keihard’ opgetreden kon worden. Toen vorige week de FDF-voorman verkapte dreigementen uitte tegen o.a. minister Adema, hulden Van der Plas en co zich in stilzwijgen. Kennelijk is het ene normaal het andere niet.

Het normaal staat in de weg van verandering. En dat helpt ons niet verder. Niet dat iedere verandering per definitie goed is, maar verandering tegengaan door vast te houden aan wat ‘normaal’ is kansloos. Net zoals het ooit volkomen normaal was om te roken in de trein, kinderen een ‘corrigerende tik’ te geven of dat vrouwen als huwelijkscadeau een ontslagbrief kregen, wordt het grensoverschrijdende gedrag dat de commissie van Rijn schetst juist al zo lang als normaal gezien.

“Doe vooral niet normaal” was misschien een beter advies geweest.

Kompas

Jaren geleden, het zal zo rond mijn 20e geweest zijn, had ik een briljant idee. Een idee waarmee ik he-le-maal binnen zou lopen, en ook nog vrijwel zonder risico. Ik moest er deze week weer aan denken toen ik de podcast “De Wetten van Koos” van Follow the Money luisterde.

“De Wetten van Koos” gaat over Koos Föllings, eigenaar en directeur van Compass GGZ, een GGZ-zorgaanbieder in Wijchen. In de podcast wordt duidelijk dat Koos vooral voor zichzelf zorgde en op schandalige wijze profiteert van de meest kwetsbare jongeren die aan zijn zorg werden toevertrouwd. Uren teveel in rekening brengen, de therapeut uithangen zonder hiervoor bevoegd te zijn, cliënten inzetten om de eigen tuin aan te harken, niets was Koos te dol. En door zich in het bedrijf te omringen met mensen die net van school kwamen (dan hoef je ze niks af te leren) en oude vrinden kon hij jarenlang zijn goddelijke gang gaan. Met alle gevolgen van dien.

In de eerste aflevering kwam ‘ de Ardennen-module’ ter sprake. Dit was een 6 weken durend verblijf in de Ardennen, waar de cliënten een soort van afgebroken werden om zo weer door Koos opgebouwd te kunnen worden. In de praktijk kwam het neer op een paar dagen survivallen, waarna de jongeren in een villa verder behandeld werden. Zonder dat er een echte behandelaar aanwezig was, want dat kon Koos zelf wel. Die kwam een dag in de week even kijken.

Voor die 6 weken in de Ardennen ontving Koos 27 duizend euro per deelnemer. En als je dan 6 jongeren met 3 begeleiders in een brakke villa laat zitten… tel uit je winst. En daar kwam mijn briljante idee van lang geleden weer bovendrijven.

Het was briljant in zijn eenvoud: Je koopt een oud, vervallen Frans, Spaans of Italiaans landhuis of kasteel. Dat moet opgeknapt worden en je wil dat niet zelf doen. Wat te doen? Je wordt aanbieder van hersteltrajecten voor managers met een burn out! Die kunnen dan lekker in groepsverband een paar weken met hun handen werken in plaats van de hele tijd in hun hoofd te zitten. In het begin van hun verblijf mogen ze lekker slopen, om daarna iets op te bouwen. Daar kan je vast wel een pseudo-psychologische onderbouwing voor verzinnen en op een mooie, glossy, folder (ik bedoel brochure) zetten (het was lang geleden hè, tegenwoordig zou je een influencer inhuren). En als het resultaat van groep A niet naar je zin is, kan groep B beginnen met het slopen daarvan! Zo levert het opknappen van je kasteel je geld op in plaats van dat je erop leegloopt. Ik zei toch: Bril-jant!

Naast de duidelijke overeenkomsten tussen Koos zijn Ardennen-module en mijn plan zijn er natuurlijk ook verschillen. Zo richtten we ons beiden op mensen in een kwetsbare positie, maar Koos had toch wel de meest kwetsbare doelgroep. Ik begreep ook dat de villa in de Ardennen een vervallen indruk maakte, dat was in mijn plan wel goed gekomen. Daar heeft Koos toch iets laten liggen. Maar het grootste verschil is toch dat Koos zijn droom heeft waargemaakt, terwijl ik die stap nooit heb gezet. Als ik streng voor mezelf ben, zegt dat iets over mijn (gebrek aan) doorzettingsvermogen en wil om iets van mezelf te maken. En als ik aardig voor mezelf ben, zegt het iets over het hebben van een moreel kompas. Of Compass natuurlijk.

Gevaarlijke boeken

Het was een onrustig weekend in Arnhem. Aanleiding was het onzalige plan van ene Edwin Wagensveld van Pegida om bij wijze van protest een koran te verbranden op een plein in het centrum. De demonstratie was netjes aangemeld en hij had, rekening houdend met de gemeentelijke verordening, een vuurkorf meegenomen waar het boek dan in de fik gezet mocht worden. (wat een schattig landje zijn we eigenlijk ook) De burgemeester kon het protest dus niet verbieden.

Dat liep dus uit de hand. Pegida-voorman met geweld afgehouden van koranverbranding kopte de NOS. Meerdere agenten gewond, Pegida-man lichtgewond en een paar arrestaties.

Ik snap die man niet. Hoe haal je het in je botte harses om op die manier je punt te willen maken? Zo kansloos, zo hatelijk, zo respectloos. Wat denk je te bereiken? Misschien wat aandacht voor je zielige persoontje, maar een oplossing voor het probleem dat je denkt te zien komt niet dichterbij. Loser.

Ik snap de tegendemonstranten die hun toevlucht hebben genomen tot geweld ook niet. Je zou het misschien ook kunnen laten gaan, toch? So what als zo’n droeftoeter je geliefde boek in de fik steekt. Er zijn er meer, het is niet alsof dit de laatste koran op aarde was. Ga er niet op in. Blijf thuis. Laat hem maar klungelen met z’n aansteker en z’n vuurkorf op een nat, winderig en vooral leeg plein in Arnhem. Who cares?

Nu snap ik wel dat het zo niet werkt. Of zoals een jongen op een groep die ik als vertrouwenspersoon bezoek zei toen ik een soortgelijk advies (laat het gaan, ga er niet op in) gaf na een ruzie met een groepsgenoot waarbij die groepsgenoot iets had gezegd dat hélemaal niet waar was: “Ja, dat is wel een tip, maar niet zo’n goeie”.

Misschien kan een andere benadering wel uitkomst bieden. Er is in de geschiedenis natuurlijk al vaker geprobeerd om boeken, films, schilderijen of muziekstukken te boycotten, te vernielen of te verbieden. Ik weet er lang niet alles van, maar ik heb niet de indruk dat dit vaak op langere termijn succesvol is. Integendeel, uitingen die als gevaarlijk of ongewenst worden beschouwd kunnen juist een enorme aantrekkingskracht hebben.

In de onvolprezen podcast-serie Cocaine and Rhinestones wordt uitgelegd hoe bijvoorbeeld Loretta Lynn hier op een handige manier gebruik van heeft gemaakt. Ze moet wel recordhouder zijn met 9 songs die door de grote radiozenders in Amerika geboycot zijn. Dat heeft haar evenzoveel hits opgeleverd. Ze zei zelf dat ze precies wist hoe haar singles scoorden door te kijken naar het aantal zenders dat ze geboycot had.

Dus: omarm die weerstand! Waarom niet de koran profileren als het ‘gevaarlijke boek’, ‘het boek waarvan je ouders niet willen dat je het leest’ of iets van die strekking? Misschien trekt dat wel een hele nieuwe lichting koran-lezers aan. Ook goed voor de ontlezing. En als die verbrandingen alleen maar meer vraag naar korans opleveren, zal je zien dat ze, samen met de vuurkorf-sukkels snel verdwijnen. Zijn we daar ook weer van af.

Sint Pieter

In ons gave land zijn we niet zo van de heldenverering. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg, dat werk. Het grootste compliment dat je een succesvol iemand kan geven is dat hij of zij zo normaal is gebleven. Wat daar ook mee bedoeld wordt. Als we al iemand op een voetstuk zetten, is het om hem of haar daar zo snel mogelijk weer vanaf te halen.

Dat moet Pieter Omtzigt ook hebben zien aankomen. De hoop van (bijna) heel Nederland blijf je niet lang. En hij heeft het nog aardig weten te rekken. Door, heel slim, zo lang mogelijk in het midden te laten wat hij nu eigenlijk wil, met wie hij dat wil bereiken en welke positie hij voor zichzelf daarbij zag.

Maar het onvermijdelijke gebeurde natuurlijk toch. Toen het partijprogramma van NSC gepresenteerd werd, bleek dat hier toch ook dingen instonden waar niet iedereen het mee eens was. Bijvoorbeeld over medisch-ethische kwesties of klimaat/stikstof. Voor mij was de naam NSC al reden om af te haken: ik denk iedere keer dat het over die voetbalclub uit Nijmegen gaat.

Na de verkiezingsuitslag was toch opnieuw de hoop van heel Nederland op Sint Pieter gevestigd. Rechts wilde dat hij in Wilders 1 (of is het Milders 1?) zou stappen, de rest hoopte dat de fundamentele, staatsrechtelijke bezwaren die Omtzigt heeft onoverkomelijk zouden zijn. En door de slimme/cynische zet van de VVD om kabinetsdeelname nog voor het eerste gesprek uit te sluiten, werd hij ook nog eens in een alles of niets positie gedwongen. Geen ruimte voor mitsen en maren, en dat voor iemand die mits en maar als middle name heeft.

En nu zitten we in de toch vrij bizarre situatie dat de vier partijen die een regering moeten gaan vormen eerst gaan overleggen of en zo ja hoe ze de grondwet en andere wetten en verdragen gaan respecteren voordat ze het over hun plannen met het land hebben. Niet echt een start die mij vertrouwen geeft.

(Even terzijde: wat me echt verbaast is het dat het kennelijk voor die partijen niet zoveel uitmaakt dat je in zee gaat met een partij die mensen uitsluit, doelbewust mensen beledigt en alles verdacht maakt dat niet in hun straatje past. We hebben het over het vertrouwen in en het aanzien van de politiek en vragen ons steeds af waarom dat toch zo laag is. Misschien omdat we blijkbaar ergens zijn kwijtgeraakt dat we leiders kiezen waar we tegen op kunnen kijken, die inspireren en hun visie kunnen uitleggen zonder anderen te kleineren? Waarom maken we iemand minister-president die alleen maar groot kan lijken door anderen kleiner te maken?)

En mijn hoop dat Omtzigt toch een ondergrens zou hebben, zoals op zijn abusievelijk (?) getoonde notitie te zien was, is vorige week vervlogen. Als een meelopertje dat toekijkt en niets doet wanneer de stoerste van het stel een ruit ingooit, maakt juist mister Bestuurscultuur zich medeschuldig aan ‘staatsrechtelijk vandalisme’. Dat belooft niet veel goeds.

Ik weet eigenlijk niet of hij er ooit op heeft gestaan, maar ondertussen ligt Sint Pieter ook bij mij naast z’n voetstuk.

Het Trump handboek

Wat hebben we gelachen, in het begin. Toch? Die gekke Trump met zijn malle streken. Hoe hij zijn tegenstanders bijnamen gaf (crooked Hillary, sleepy Joe Biden), hoe hij de (internationale) etiquette aan zijn laars lapte en hoe hij er mee wegkwam. Gelukkig waren we in ons nuchtere Nederlandje niet zo naief om daarin te trappen. Dat zou ons niet overkomen.

En, inderdaad, het is toe nu toe gelukt om de grootste ongelukken te vermijden. Alhoewel dat ook meer geluk dan wijsheid is misschien. Wat zou het potentieel van FvD zijn geweest wanneer Thierry zich niet tot het wappiedom had bekeerd? En ik zeg dan wel dat we ontsnapt zijn aan de grootste rampen, maar is dat wel zo? Misschien speelt de allergrootste ramp zich wel recht onder onze ogen af. Zo slinks dat we het langzaamaan normaal zijn gaan vinden en hoogstens onze schouders er even over ophalen. En ook de gebruiksaanwijzing van die grootste ramp komt rechtstreeks uit het MAGA-handboek van Trump.

Hij heeft het natuurljik niet uitgevonden, maar wel naar een heel nieuw level getild: liegen. Van het aantal toeschouwers bij zijn inauguratie tot aan de bewering dat de verkiezingen in 2020 gestolen zouden zijn. En ontelbare ertussenin. En wat blijkt? Hoe groot de leugen ook is en hoe aantoonbaar het onzin is wat je zegt: het maakt niet uit; als je zelf maar overtuigd bent en volhardt in je leugen geloven er genoeg mensen in je bullshit. 

Dat is een bruikbaar inzicht, moeten ze bij de VVD gedacht hebben. En zo kan het zijn dat de partij die puur uit eigenbelang nieuwe verkiezingen afdwingt door de coalitie te laten klappen nu in advertenties beweert aan jouw kant te staan. Met een lijsttrekker die zich haar verleden bij een andere partij nogal selectief herinnert. Die nu lijsttrekker van een partij is die het de afgelopen 13 jaar (mede) voor het zeggen heeft gehad, maar toch wil afrekenen met ‘oude politiek’. En dat samen lijkt te gaan doen met een partij onder leiding van een politicus die van pesten zijn handelsmerk heeft gemaakt, ondanks dat mevrouw Yezilgoz bij het Jeugdjournaal-debat pesten in de klas enorm belangrijk zei te vinden.

En het werkt! Je komt er gewoon mee weg! De VVD kan zo maar weer de grootste partij zijn. En wat zullen ze dan lachen op hun verkiezingsfeestje. Ondertussen brokkelt het vertrouwen in onze democratie met iedere leugen weer wat verder af. En dat is de echte ramp.

Winnen

Als voetballend ventje kon ik bloedchagrijnig thuiskomen na een gewonnen wedstrijd. Of helemaal opgetogen na een verloren wedstrijd. Als we gewonnen hadden, maar niet goed gespeeld, was ik toch niet blij. Andersom: als ik maar een leuke wedstrijd gespeeld had, met goed voetbal en mooie acties, dan vond ik het resultaat kennelijk niet zo belangrijk, en kwam toch blij thuis.

Deze week hoorde ik dat de voetbaljeugd tot 12 jaar in België geen wedstrijden meer speelt waar een eindstand wordt opgemaakt door de goals te tellen, maar door een FairPlay-score op te maken. Dit om het aantal gevallen van agressie op en om de jeugdvoetbalvelden omlaag te krijgen. 

En ondanks mijn eigen voetbalverleden waarbij winst dus niet altijd voorop stond, vind ik dit geen goed idee. Allereerst gaat het in tegen mijn idee wat een (sport)-wedstrijd is: een krachtmeting, soms letterlijk, om te zien wie op dat moment de betere, de winnaar is. Wat ga je doen in een voetbalwedstrijd waar de eindstand bepaald wordt door enkel een FairPlay klassering? De tegenstander zoveel mogelijk vrije doortocht geven? Erop letten dat ieder team evenveel de bal heeft? Om de beurt op doel schieten? Natuurlijk, FairPlay is belangrijk, maar maak het niet belangrijker dan de sport zelf, die er nu eenmaal op gericht is om meer doelpunten te maken dan de tegenstander. 

En ik denk dat sportiviteit alleen echt geleerd kan worden als er iets op het spel staat. En dan wel iets anders dan FairPlay zelf. Als het nergens om gaat, is het makkelijk om sportief te zijn. Sowieso denk ik dat sporten, het presteren in een team of als solo-sporter, met winnen en verliezen, een kind enorm veel leert over menselijk gedrag in het algemeen en het eigen gedrag in het bijzonder. Hoe je omgaat met tegenslag, hoe je je in een groep gedraagt, hoe je elkaar iets moet gunnen, hoe je je eigen belang opzij kan zetten om er samen beter van te worden. Het zou zonde zijn om die levenslessen te schrappen, vooral omdat volgens de Belgische voetbalbond het agressie-probleem met name bij ouders en/of coaches ontstaat.

Wacht even; dus omdat de volwassenen zich bij zo’n wedstrijdje niet kunnen gedragen, moeten de kinderen zich aanpassen? Dat lijkt me al helemaal niet de bedoeling. Voer dat FairPlay klassement dan maar in voor de ouders, als die het probleem zijn. Waarbij de hekkesluiter de teamwas moet doen, of een extra bardienst ofzo, er is vast wel iets te verzinnen. En laat die kinderen lekker spelen om winst en verlies, met alle vreugde en teleurstelling die daarbij hoort. Want als ik vroeger érgens een hekel aan had, was het wedstrijden waarbij er niet gespeeld werd om te winnen. 

Cancel

Ik heb niet zoveel met God. Het idee van een Almachtig Opperwezen dat de boel zo in de soep laat lopen gaat er bij mij niet in. Om nog maar te zwijgen over het instituut de Kerk. Laat ik het zo zeggen: volgens mij is het geen toeval dat de Paus in het land van de maffia woont.

Een jaartje of 700 geleden zou je voor het schrijven van een alinea als hierboven ter dood veroordeeld worden, wegens ketterij. Op de brandstapel met hem! Tenminste, als de ketter geen berouw toont. Doet hij dat wel, dan had hij mazzel en werd-ie alleen onthoofd. Gelukkig voor mij zijn we als maatschappij vrijer geworden in onze geloofsovertuigingen. Toch vinden sommigen dat je tegenwoordig niks meer kun zeggen. Want cancelcultuur. 

Het cancelen van iemand of een organisatie die iets verkeerds heeft gedaan of gezegd, wordt vooral gelinkt aan de Woke-beweging: een verzamelnaam voor mensen die aandacht vragen voor onrecht en ongelijkheid. Of -afhankelijk aan wie je het vraagt- een symbool van volledig doorgeslagen politiek correctheid van linkse activisten. Deze definities laten al zien waar het volgens mij om draait: een richtingenstrijd tussen progressieven en conservatieven. 

Maar conservatief rechts cancelt ook, laat daar geen misverstand over bestaan. Vaak door de ander te diskwalificeren. De mainstream media brengen alleen maar nepnieuws en zijn spreekbuis van het kartel van ons nepparlement. Rechters zijn D66-rechters en journalisten rioolratten. Door zulke omschrijvingen maak je de ander en alles wat hij zegt verdacht en hoef je niet te luisteren. En mocht er nog iets tussendoor glippen, kun je het altijd nog bestempelen als ‘woke’, een vrijbrief om niet op de inhoud te reageren.

Het wordt echt eng wanneer de reli-lobby zich ermee gaat bemoeien. Conservatieve, christelijke en rechts-radicale lobbypartijen uit de VS en Europa hebben invloed gehad op het aannemen van anti-homowetten in Afrika en Hongarije. Ook zijn de laatste jaren in Republikeinse staten in de VS veel anti-homo en lhbti-wetten ingevoerd. Van een wet die het verbied om op basisscholen over homoseksualiteit of gender te praten tot een wet om de genitaliën van meisjes te controleren bij schoolsportwedstrijden als er vermoedens zijn dat zij niet als vrouw geboren is. Leuk, sportdag!

De laatste hobby van reli-rechts: boeken verbieden, in Amerika al meer dan 2500. En wie denkt dat dit iets is van die gekke Amerikanen, moet maar even terugdenken aan de Nederlandse ophef, tot in de Tweede Kamer, over een kinderboek en het lesprogramma Lentekriebels.

Met enige verbeeldingskracht kun je een lijn trekken van deze vormen van cancelcultuur naar die uit de Middeleeuwen. Voorlopig blijkt het zwaard van Vrouwe Justitia gelukkig dubbelzijdig: in Utah is, nadat conservatieve ouders boeken met onwelgevallige thema’s hebben laten verbieden, sinds kort ook de Bijbel verboden.

Dus mocht ik er toch naast zitten en God bestaat wel degelijk als Almachtig Opperwezen, dan heeft-ie in ieder geval wel gevoel voor humor.

Tina en de buren

Zoals bij zoveel muzikanten was mijn eerste bandje de schoolband. Onder bezielende leiding van de muziekleraar oefenden we wekelijks ons setlijstje voor dat ene optreden op het eindfeest. De nummers werden, als ik het me goed herinner, door de zangers uitgekozen. Zo had een zangeres gekozen voor ‘Killing me softly’ , waarmee ze ons wekelijks, nou ja, je snapt het. Een zingende leraar in de band was, weetjewel, een oude hippie, dus die koos voor iets hippie-achtigs, van Creedence Clearwater Revival: Proud Mary. Ik had er niet zoveel mee eerlijk gezegd. 

Een paar maanden later. Samen met mijn broer op bezoek bij de buren. Een jong stel, met de liefste kat ooit, een grote platencollectie en altijd wel bier in de koelkast. Het werd een gezellige avond. De buurman zette een plaat op en zei dat we goed moesten opletten. Nu gingen we wat meemaken, dit hadden we vast nog nooit gehoord. 

Pas halverwege het nummer herkende ik het. Verdomd dat was Proud Mary! Maar, wat een versie! Ike and Tina Turner, zei de buurvrouw met een glimlach. Tina kende ik wel, van Private Dancer natuurlijk, die was niet weg te slaan van radio en (M)TV. Maar dit was andere koek. De buurman zei dat het pure sex was dat door de speakers klonk. Daar wist ik nog niet zoveel van, maar ik nam het graag van hem aan. Ik kreeg het ook wel een beetje warm, of was dat een biertje teveel?

In ieder geval is toen voor mij duidelijk geworden dat je je een lied eigen kan maken. Ook al heeft iemand anders het geschreven, je kunt je eigen verhaal ermee vertellen. Nu valt dat nog niet mee, en ook ik heb me zeker bezondigd aan het spelen van covers die een slap aftreksel waren van het origineel. Maar sindsdien bewonder ik vooral covers die niet zozeer kopieën van het origineel zijn, maar waar iets mee gedaan is. Ray Charles die Yesterday zingt. Jimi met All Along the Watchtower. Cash zijn Hurt. En Ike en Tina dus.

Het was een gezellige avond met een mooie les. Alleen voel ik me achteraf wat ongemakkelijk om bij het voorspel van de buren te zijn geweest.

https://www.youtube.com/watch?v=hzQnPz6TpGc