Categoriearchief: Geen categorie

Het Trump handboek

Wat hebben we gelachen, in het begin. Toch? Die gekke Trump met zijn malle streken. Hoe hij zijn tegenstanders bijnamen gaf (crooked Hillary, sleepy Joe Biden), hoe hij de (internationale) etiquette aan zijn laars lapte en hoe hij er mee wegkwam. Gelukkig waren we in ons nuchtere Nederlandje niet zo naief om daarin te trappen. Dat zou ons niet overkomen.

En, inderdaad, het is toe nu toe gelukt om de grootste ongelukken te vermijden. Alhoewel dat ook meer geluk dan wijsheid is misschien. Wat zou het potentieel van FvD zijn geweest wanneer Thierry zich niet tot het wappiedom had bekeerd? En ik zeg dan wel dat we ontsnapt zijn aan de grootste rampen, maar is dat wel zo? Misschien speelt de allergrootste ramp zich wel recht onder onze ogen af. Zo slinks dat we het langzaamaan normaal zijn gaan vinden en hoogstens onze schouders er even over ophalen. En ook de gebruiksaanwijzing van die grootste ramp komt rechtstreeks uit het MAGA-handboek van Trump.

Hij heeft het natuurljik niet uitgevonden, maar wel naar een heel nieuw level getild: liegen. Van het aantal toeschouwers bij zijn inauguratie tot aan de bewering dat de verkiezingen in 2020 gestolen zouden zijn. En ontelbare ertussenin. En wat blijkt? Hoe groot de leugen ook is en hoe aantoonbaar het onzin is wat je zegt: het maakt niet uit; als je zelf maar overtuigd bent en volhardt in je leugen geloven er genoeg mensen in je bullshit. 

Dat is een bruikbaar inzicht, moeten ze bij de VVD gedacht hebben. En zo kan het zijn dat de partij die puur uit eigenbelang nieuwe verkiezingen afdwingt door de coalitie te laten klappen nu in advertenties beweert aan jouw kant te staan. Met een lijsttrekker die zich haar verleden bij een andere partij nogal selectief herinnert. Die nu lijsttrekker van een partij is die het de afgelopen 13 jaar (mede) voor het zeggen heeft gehad, maar toch wil afrekenen met ‘oude politiek’. En dat samen lijkt te gaan doen met een partij onder leiding van een politicus die van pesten zijn handelsmerk heeft gemaakt, ondanks dat mevrouw Yezilgoz bij het Jeugdjournaal-debat pesten in de klas enorm belangrijk zei te vinden.

En het werkt! Je komt er gewoon mee weg! De VVD kan zo maar weer de grootste partij zijn. En wat zullen ze dan lachen op hun verkiezingsfeestje. Ondertussen brokkelt het vertrouwen in onze democratie met iedere leugen weer wat verder af. En dat is de echte ramp.

Winnen

Als voetballend ventje kon ik bloedchagrijnig thuiskomen na een gewonnen wedstrijd. Of helemaal opgetogen na een verloren wedstrijd. Als we gewonnen hadden, maar niet goed gespeeld, was ik toch niet blij. Andersom: als ik maar een leuke wedstrijd gespeeld had, met goed voetbal en mooie acties, dan vond ik het resultaat kennelijk niet zo belangrijk, en kwam toch blij thuis.

Deze week hoorde ik dat de voetbaljeugd tot 12 jaar in België geen wedstrijden meer speelt waar een eindstand wordt opgemaakt door de goals te tellen, maar door een FairPlay-score op te maken. Dit om het aantal gevallen van agressie op en om de jeugdvoetbalvelden omlaag te krijgen. 

En ondanks mijn eigen voetbalverleden waarbij winst dus niet altijd voorop stond, vind ik dit geen goed idee. Allereerst gaat het in tegen mijn idee wat een (sport)-wedstrijd is: een krachtmeting, soms letterlijk, om te zien wie op dat moment de betere, de winnaar is. Wat ga je doen in een voetbalwedstrijd waar de eindstand bepaald wordt door enkel een FairPlay klassering? De tegenstander zoveel mogelijk vrije doortocht geven? Erop letten dat ieder team evenveel de bal heeft? Om de beurt op doel schieten? Natuurlijk, FairPlay is belangrijk, maar maak het niet belangrijker dan de sport zelf, die er nu eenmaal op gericht is om meer doelpunten te maken dan de tegenstander. 

En ik denk dat sportiviteit alleen echt geleerd kan worden als er iets op het spel staat. En dan wel iets anders dan FairPlay zelf. Als het nergens om gaat, is het makkelijk om sportief te zijn. Sowieso denk ik dat sporten, het presteren in een team of als solo-sporter, met winnen en verliezen, een kind enorm veel leert over menselijk gedrag in het algemeen en het eigen gedrag in het bijzonder. Hoe je omgaat met tegenslag, hoe je je in een groep gedraagt, hoe je elkaar iets moet gunnen, hoe je je eigen belang opzij kan zetten om er samen beter van te worden. Het zou zonde zijn om die levenslessen te schrappen, vooral omdat volgens de Belgische voetbalbond het agressie-probleem met name bij ouders en/of coaches ontstaat.

Wacht even; dus omdat de volwassenen zich bij zo’n wedstrijdje niet kunnen gedragen, moeten de kinderen zich aanpassen? Dat lijkt me al helemaal niet de bedoeling. Voer dat FairPlay klassement dan maar in voor de ouders, als die het probleem zijn. Waarbij de hekkesluiter de teamwas moet doen, of een extra bardienst ofzo, er is vast wel iets te verzinnen. En laat die kinderen lekker spelen om winst en verlies, met alle vreugde en teleurstelling die daarbij hoort. Want als ik vroeger érgens een hekel aan had, was het wedstrijden waarbij er niet gespeeld werd om te winnen. 

Cancel

Ik heb niet zoveel met God. Het idee van een Almachtig Opperwezen dat de boel zo in de soep laat lopen gaat er bij mij niet in. Om nog maar te zwijgen over het instituut de Kerk. Laat ik het zo zeggen: volgens mij is het geen toeval dat de Paus in het land van de maffia woont.

Een jaartje of 700 geleden zou je voor het schrijven van een alinea als hierboven ter dood veroordeeld worden, wegens ketterij. Op de brandstapel met hem! Tenminste, als de ketter geen berouw toont. Doet hij dat wel, dan had hij mazzel en werd-ie alleen onthoofd. Gelukkig voor mij zijn we als maatschappij vrijer geworden in onze geloofsovertuigingen. Toch vinden sommigen dat je tegenwoordig niks meer kun zeggen. Want cancelcultuur. 

Het cancelen van iemand of een organisatie die iets verkeerds heeft gedaan of gezegd, wordt vooral gelinkt aan de Woke-beweging: een verzamelnaam voor mensen die aandacht vragen voor onrecht en ongelijkheid. Of -afhankelijk aan wie je het vraagt- een symbool van volledig doorgeslagen politiek correctheid van linkse activisten. Deze definities laten al zien waar het volgens mij om draait: een richtingenstrijd tussen progressieven en conservatieven. 

Maar conservatief rechts cancelt ook, laat daar geen misverstand over bestaan. Vaak door de ander te diskwalificeren. De mainstream media brengen alleen maar nepnieuws en zijn spreekbuis van het kartel van ons nepparlement. Rechters zijn D66-rechters en journalisten rioolratten. Door zulke omschrijvingen maak je de ander en alles wat hij zegt verdacht en hoef je niet te luisteren. En mocht er nog iets tussendoor glippen, kun je het altijd nog bestempelen als ‘woke’, een vrijbrief om niet op de inhoud te reageren.

Het wordt echt eng wanneer de reli-lobby zich ermee gaat bemoeien. Conservatieve, christelijke en rechts-radicale lobbypartijen uit de VS en Europa hebben invloed gehad op het aannemen van anti-homowetten in Afrika en Hongarije. Ook zijn de laatste jaren in Republikeinse staten in de VS veel anti-homo en lhbti-wetten ingevoerd. Van een wet die het verbied om op basisscholen over homoseksualiteit of gender te praten tot een wet om de genitaliën van meisjes te controleren bij schoolsportwedstrijden als er vermoedens zijn dat zij niet als vrouw geboren is. Leuk, sportdag!

De laatste hobby van reli-rechts: boeken verbieden, in Amerika al meer dan 2500. En wie denkt dat dit iets is van die gekke Amerikanen, moet maar even terugdenken aan de Nederlandse ophef, tot in de Tweede Kamer, over een kinderboek en het lesprogramma Lentekriebels.

Met enige verbeeldingskracht kun je een lijn trekken van deze vormen van cancelcultuur naar die uit de Middeleeuwen. Voorlopig blijkt het zwaard van Vrouwe Justitia gelukkig dubbelzijdig: in Utah is, nadat conservatieve ouders boeken met onwelgevallige thema’s hebben laten verbieden, sinds kort ook de Bijbel verboden.

Dus mocht ik er toch naast zitten en God bestaat wel degelijk als Almachtig Opperwezen, dan heeft-ie in ieder geval wel gevoel voor humor.

Tina en de buren

Zoals bij zoveel muzikanten was mijn eerste bandje de schoolband. Onder bezielende leiding van de muziekleraar oefenden we wekelijks ons setlijstje voor dat ene optreden op het eindfeest. De nummers werden, als ik het me goed herinner, door de zangers uitgekozen. Zo had een zangeres gekozen voor ‘Killing me softly’ , waarmee ze ons wekelijks, nou ja, je snapt het. Een zingende leraar in de band was, weetjewel, een oude hippie, dus die koos voor iets hippie-achtigs, van Creedence Clearwater Revival: Proud Mary. Ik had er niet zoveel mee eerlijk gezegd. 

Een paar maanden later. Samen met mijn broer op bezoek bij de buren. Een jong stel, met de liefste kat ooit, een grote platencollectie en altijd wel bier in de koelkast. Het werd een gezellige avond. De buurman zette een plaat op en zei dat we goed moesten opletten. Nu gingen we wat meemaken, dit hadden we vast nog nooit gehoord. 

Pas halverwege het nummer herkende ik het. Verdomd dat was Proud Mary! Maar, wat een versie! Ike and Tina Turner, zei de buurvrouw met een glimlach. Tina kende ik wel, van Private Dancer natuurlijk, die was niet weg te slaan van radio en (M)TV. Maar dit was andere koek. De buurman zei dat het pure sex was dat door de speakers klonk. Daar wist ik nog niet zoveel van, maar ik nam het graag van hem aan. Ik kreeg het ook wel een beetje warm, of was dat een biertje teveel?

In ieder geval is toen voor mij duidelijk geworden dat je je een lied eigen kan maken. Ook al heeft iemand anders het geschreven, je kunt je eigen verhaal ermee vertellen. Nu valt dat nog niet mee, en ook ik heb me zeker bezondigd aan het spelen van covers die een slap aftreksel waren van het origineel. Maar sindsdien bewonder ik vooral covers die niet zozeer kopieën van het origineel zijn, maar waar iets mee gedaan is. Ray Charles die Yesterday zingt. Jimi met All Along the Watchtower. Cash zijn Hurt. En Ike en Tina dus.

Het was een gezellige avond met een mooie les. Alleen voel ik me achteraf wat ongemakkelijk om bij het voorspel van de buren te zijn geweest.

https://www.youtube.com/watch?v=hzQnPz6TpGc

Stinkende magie

Als het aan mij had gelegen was ik de bank niet meer afgekomen afgelopen Koningsdag. Het vooruitzicht van een bandje en een biertje, samen met m’n dochter, trok me over de streep. Gelukkig maar.

Want wat hou ik van bandjes. Het wij-gevoel dat ze uitstralen en waar wij als publiek aan meedoen, voor eventjes, totdat het afgelopen is en er weer sprake is van wij en zij. Hoe het spelplezier eraf spat, overal in doorklinkt en iedereen besmet met pure vreugde. Want dat is belangrijk: als de band zelf geen plezier heeft, wordt het voor niemand een leuke avond. Wanneer er niet gespeeld wordt maar een setlijstje afgewerkt: ga maar weer naar huis want dit wordt ‘m niet. 

En altijd als ik in het publiek sta, weet ik weer hoe leuk het is om in een bandje te zitten. Uren onderweg voor een optreden van een half uurtje. Jezelf een hernia sjouwen omdat die grote speaker net wat beter klinkt dan die kleine. In het zaaltje erachter komen dat er niet gesoundcheckt kan worden omdat er eerst een voetbalwedstrijd gekeken moet worden. Spelen voor 5 man die elkaar ook heel veel te vertellen hebben. Alles weer inladen, waarbij de zanger altijd net dan iets beters te doen heeft, meestal iets met een vrouw. Op de terugweg elkaar wijzen op alle fouten die gemaakt zijn. Diep in de nacht lichtelijk dronken je bed inrollen, een ervaring en (als je mazzel hebt) een paar tientjes rijker.

Maar wat een genot om dit alles mee te maken samen met je ‘andere familie’! Want dat is een bandje: een familie, een clan, een gang. In een bandje geldt: één voor allen, allen voor één. Geen ego’s, in ieder geval achter de schermen. Laat ze voor de schermen maar denken wat ze willen, wij weten beter.

En dan het spelen: magisch! Als je bewijs zoekt dat telepathie bestaat: vraag het aan bandjes. De manier waarop je op elkaar reageert, nog voordat er iets gebeurt dat om een reactie vraagt. Als alle puzzelstukjes van de instrumenten en de bespelers ervan in elkaar vallen, onstaat er iets dat groter is dan de som der delen. Je wordt collectief opgetild naar een hoger niveau, stijgt boven jezelf uit. 

Om weer te landen in een stinkend busje nadat de drummer (altijd de drummer) een scheet heeft gelaten. Man, wat hou ik van bandjes. 

stuiter

Een van de geluiden uit mijn jeugd die me het beste bijstaat, is dat van een stuiterende voetbal. Een nieuwe, onbekende bal gaf al veel van zijn geheimen prijs door er een paar keer goed mee te stuiteren. Als je goed luisterde, kon je de beloftes van de bal horen. Beloftes over schoten in de kruising, passes met effect waar tegenstanders alleen maar hopeloos naar konden kijken, over dribbels waarbij de bal aan je voet geplakt bleef als een Tweede Kamerlid aan het pluche.

Je leest wel eens over een gitarist die de kans krijgt om op de gitaar van een van zijn helden te spelen. Altijd is de gedachte: wow, nu ga ik eindelijk net zo klinken als (vul hier de naam van de held in)! En altijd komt de teleurstelling: Nu klink ik nóg niet als (vul naam held in). Wat blijkt: welke apparatuur je ook gebruikt, je klinkt zoals jezelf. Het geluid zit in je vingers, in jouw persoonlijkheid.

Sinds deze week weet ik dat dit ook voor het geluid van een stuiterende bal geldt. Ook dat zit niet in de bal, maar in de vingers van de stuiteraar. Ik liep een rondje met het hondje, er kwam me een jongetje tegemoet gerend. Achter hem liep, of beter gezegd sjokte, een vrouw waarvan ik vermoedde dat het zijn moeder was. De vrouw had een bal bij zich. De vrouw stuiterde met de bal.

Zelden heb ik een zo lusteloze stuiter gehoord. Ik keek naar haar gezicht en ik snapte het. Ik snapte de bal ook. Als de bal de kans kreeg, zou hij van haar weg stuiteren, op een manier dat ze er achteraan zou moeten rennen, steeds weer bukkend om de bal op te rapen, maar dat dat telkens net niet lukt, waardoor ze weer opnieuw in de achtervolging moest. Helaas kreeg de bal die kans niet en was hij veroordeeld tot de handen van de vrouw die helemaal geen zin had om te gaan ballen. Het enige wat de bal kon doen, was zijn lot delen met een toevallige voorbijganger en goede verstaander.

A man’s world

Ik reed (ja, ik weet het) naar de sportschool. Het was zondag dus het was druk op de parkeerplaats. (Gelukkig was ik niet de enige die met de auto naar de sportschool ging.) Ik zag nog twee vrije plaatsen en reed achter een SUV aan die kant op. De SUV parkeerde op de ene plek en eigenlijk ook een beetje op de laatste vrije plek. Maar het paste, dus ik blij.

De chauffeur van de SUV zag me blijkbaar even kijken of er nog genoeg plek voor mijn auto was, want de SUV stak nog een keer heen en weer om wat ‘socialer’ te staan. De chauffeur stapte uit en ik bedankte haar voor het gebaar. Ze zei “Ja, ik dacht al dat ik wat ruim geparkeerd had. Ik ben er ook niet zo goed in…tja, vrouw hè”.

Je leest wel eens iets over het verschil tussen mannen en vrouwen bij sollicitaties. Als een man aan 8 van de 10 functie-eisen voldoet, vertrouwt hij er (niet altijd terecht) op dat die laatste 2 hem ook wel gaan lukken. Vrouwen schijnen daarentegen eerder geneigd te zijn om vanwege die 2 eisen niet te solliciteren of te twijfelen over hun geschiktheid voor de functie.

En de media staan vol met voorbeelden waarin vrouwen niet serieus genomen worden, simpelweg omdat ze vrouw zijn. Of het nu om een politica gaat, een arts in opleiding of een presentatrice van Studio Sport, steeds weer lopen vrouwen tegen het verschijnsel aan dat onze maatschappij heel lang een mannenbolwerk is geweest en nog steeds in grote mate is.

Kijk, een man had waarschijnlijk gedacht ‘als jij je autootje niet in dat plekje kan parkeren kan je maar beter helemaal stoppen met autorijden, sukkel’. In ieder geval was de kans dat een man een eventuele fout bij zichzelf gezocht had, een stuk kleiner.

En waar ik vaak wens dat mannen iets minder misplaatst zelfvertrouwen zouden hebben, zou dit voor vrouwen misschien wel andersom mogen gelden. Dus dames, meiden, vrouwen: als je dat mannenbolwerk wil afbreken, hou dan op met het in stand houden ervan. Of ben ik nu aan het mansplainen?

Vingertje

Veel marketingafdelingen zullen zich de afgelopen maanden het hoofd gebogen hebben over de vraag: wat doen we met Qatar? Waar normaal gesproken de WK-inhakers niet van de lucht zijn, ligt dat dit WK anders. Bedrijven zijn voorzichtig, want willen niet de indruk wekken dat ze over de rug van de omgekomen arbeidsmigranten, onderdrukte minderheden of achtergestelde vrouwen geld willen verdienen.

Alle bedrijven? Nee, één klein supermarktje blijft koppig weerstand bieden tegen iedere vorm van moreel en ethisch besef. De reclame van Jumbo (ondertussen stopgezet) toont een verbijsterend gebrek aan gevoel voor de situatie In Qatar. En dat terwijl ze van te voren nog wel hebben gezegd ‘een zorgvuldige afweging gemaakt te hebben en zich te realiseren dat er gevoeligheden bestaan rondom het WK voetbal in Qatar.’

Datzelfde heeft Albert Heijn ook aangekondigd: rekening houden met de situatie in Qatar. En resultaat is ook echt anders: “De AH-reclame voor het WK voetbal is bijna een kerstcommercial, zo zoet, maar precies goed voor dit beladen WK”, schrijft de site Welingelichte Kringen. Het land Qatar wordt niet genoemd, de boodschap is verbinding: samen thuis kijken naar voetbal onder het motto ‘samen zijn we Oranje’.

Inderdaad beter dan de Jumbo-reclame, alhoewel de lat ook bijzonder laag lag. En toch knaagt het: uiteindelijk zit je toch te kijken naar en misschien te juichen voor een WK dat nooit had moeten plaatsvinden. En ik weet, je juicht niet voor de tribune, zoals mijn naamgenoot snedig meende te moeten opmerken als antwoord op vragen over de regeringsdelegatie naar het WK, maar zo makkelijk komen we er wat mij betreft niet mee weg.

Die hele Albert Heijn reclame is voor mij een voorbeeld van de Nederlandse dominee die met het vingertje omhoog belijdt hoe rechtschapen we wel niet zijn, terwijl de Nederlandse koopman ondertussen zijn zaakjes regelt. Kijk ons eens inclusief zijn, zie welk een moreel besef wij ten toon spreiden! Ondertussen kaartjes weggeven voor ‘het grootste voetbalfeest ooit’, pizza’s, bier, chips en oranjesjaaltjes in de bonus gooien en dus keiharde euro’s verdienen aan een WK wat toch met geen mogelijkheid het grootste voetbalfeest ooit genoemd kan worden.

Het had AH gesierd als ze iets anders met het budget en de zendtijd voor deze campagne gedaan hadden: de zendtijd naar mensenrechtenorganisatie of lhbti-actiegroepen, het budget naar de nabestaande van de omgekomen arbeidsmigranten, om maar eens iets te noemen. Maar dat laat het contract wat AH met de KNVB heeft uiteraard niet toe. En van die laatste partij hoeven we ook niet veel actiebereidheid te verwachten, dat is de laatste weken duidelijk geworden.

Wat dat betreft is die reclame van de Jumbo misschien nog wel eerlijker dan die van AH; bij hen is het tenminste duidelijk welk vingertje de Jumbo-dominee omhoog heeft. Maar er is hoop, om dit verhaal toch met een positieve noot af te sluiten: de keten Dille en Kamille laat zien dat je niet overál aan mee hoeft te doen en blijft op Black Friday dicht. Het kan dus wel.

Harry

Soms wordt (een poging tot) satire ingehaald door de realiteit. De laatste weken meen ik dat geregeld te zien. Toen Feyenoord aanvoerder Kökcü weigerde de ‘One Love’ band te dragen met een vage verwijzing naar zijn religie, werd elk satirisch gras voor m’n voeten weggemaaid door het gesprek hierover bij Studio Voetbal, waar Ibrahim Affelay als een soort Messi langs iedere vorm van stellingname wist te dribbelen. In de Avondshow vatte Arjan Lubach het gesprek samen als ‘het definitieve failliet van het woord respect’.

Deze week was Qatar, nu het aftellen naar het WK begonnen is, vaak in het nieuws. Eerst was daar de emir, die niet blij was met de ‘lastercampagne’ die hij meende waar te nemen in de internationale media. Het land had ter goede trouw gehandeld dus waar zeuren we nou eigenlijk over. Daarna kwam het nieuws dat Qatar Nederlandse fans heeft aangeboden om op kosten van het emiraat naar het WK te gaan. In ruil hiervoor moesten de gelukkigen dan positieve berichten op social media plaatsen. Het is hier fantastisch! Ook zouden ‘beledigende uitingen’ gerapporteerd moeten worden.

Hier kan ik wel wat mee, dacht ik. Misschien kan ik iets leuks schrijven over Thierry Baudet die nu vast op kosten van Rusland ergens heen mag? Of mezelf aanbieden als zo’n zogenaamde micro influencer en bijvoorbeeld mensen proberen te overtuigen dat Kensington écht een goeie band is (of is het ondertussen was?).

Maar toen kwam Harry.

Misschien ken je hem bij zijn complete naam: Harry de Tietenman. Als fanatiek Oranje supporter moedigt Harry al jaren onze jongens aan met twee enorme ballonnen in zijn Oranjeshirt. Lachen man. Hij reist Oranje overal achterna. En dus ook naar Qatar. En dat kost hem geen cent, want Harry heeft het aanbod van Qatar aangenomen. Mooi man.

Gisteren zat Harry bij Jinek om over zijn nieuwe hoedanigheid als micro influencer te praten. Hij was al goed ingewerkt. Op de vraag van sportjournalist Thijs Zonneveld of hij wel wist wat er in Qatar speelde counterde hij met de tegenvraag of Thijs dat allemaal zelf gezien had en of hij bewijzen van alle vermeende misstanden had. Vervolgens koos Harry de aanval en vroeg Thijs waar de journalisten 8 jaar geleden waren, toen er misschien nog ingegrepen had kunnen worden. Thijs antwoordde dat een collega van hem 8 jaar geleden was opgepakt en gevangengezet toen hij verslag probeerde te doen van de bouw van de stadions. Harry liet ongevraagd weten dat hij niet van plan was om zichzelf te laten oppakken, dat vond-ie maar dom. Hij was trouwens ook niet voornemens om zich aan de ‘code of conduct’ te houden waar hij net voor getekend had.

De satire voorbij, dit. Hier kun je niet overheen. Alleen die Code of Conduct komt eigenlijk in de buurt. Hierin staan pareltjes als “We know you have your own opinions, and your own style, so based on the facts we present to you, share them in a manner that suits you.” Hoezo geen vrijheid van meningsuiting in Qatar? Ook een mooie, die laat zien dat het WK helemaal niet alleen over geld gaat: “use the official Fan Leader slogan and hashtag in your content: QATAR – THE FANS’ WORLD CUP #IAMAFAN“. Tóch een WK dat echt voor de fans is, het is officieel!

En het meest wrange van dit alles is, zoals Thijs Zonneveld opmerkte, dat er geen geld is om de nabestaanden van de 6500 omgekomen arbeiders te compenseren, maar kennelijk wel om Harry de Tietenman naar het WK te laten gaan. Mooi man.

10

Deze week is het tien jaar geleden. Tien jaar geleden dat we het gesprek voerden dat geen enkele ouder ooit met de artsen van hun kind zou moeten voeren. Tien jaar geleden dat, na jaren tussen hoop en vrees, de hoop als steunpilaar wegviel, ons wankelend achterlatend. Toen we na dat gesprek bij Maria op haar kamer kwamen, bleek ze koorts gekregen te hebben, wat de onvermijdelijkheid nog eens extra benadrukte.

Tien jaar geleden dat Maria alle foto’s van ons mooie gezinnetje die naast haar bed hingen, een voor een wilde vasthouden, alsof ze de beelden nog eens goed wilde bekijken. Ze wist het. Tien jaar geleden dat loslaten een begrip met diepe betekenis werd. Tien jaar geleden ook dat we voor het laatst als compleet gezin de deuren van het ziekenhuis uitliepen. Ik herinner me nog, in de hal van het ziekenhuis, de vriendelijke blik van herkenning van de man van de koffiecorner, die omsloeg toen hij zag wie ik bij me droeg. De rit naar huis, waarvan ik me later af zou vragen hoe ik dat in hemelsnaam zonder ongelukken gedaan had.

Tien jaar geleden dat we met vrienden en familie afscheid moesten nemen. Dat vriend Ralph me wilde helpen om mijn belofte aan Maria, om een liedje voor haar te spelen, in te lossen. Dat we, na het oefenen, het liedje ook even bij Maria gespeeld hebben. Tien jaar geleden dat ik ook weer Mark moest worden in plaats van Vader van Maria.

En het raakt me meer dit jaar. Omdat het een mooi rond getal is? Ik weet het niet, maar het is wel zo. Deze en andere herinneringen spoken de laatste dagen constant door mijn hoofd en de donderwolk die deze weken altijd boven mijn hoofd hangt, is extra groot dit jaar.

Want alhoewel ik allang weer Mark ben, blijf ik voor altijd ook vader van Maria.