Het beeld van George Floyd, op de grond, met een knie van een politieagent in zijn nek, zal me nog lang bijblijven. Een grote man, onderworpen aan de politiemacht, angstig roepend dat hij pijn heeft. Roepend om zijn moeder. De politieagent blijft onverstoorbaar. Hand in z’n zak, alsof hij een wandelingetje aan het maken is. Ondertussen George Floyd de adem benemend.
Het is ondertussen een week geleden en het laat mij niet los. En met mij velen. Wereldwijd zijn er protesten uitgebroken tegen het politiegeweld in de VS dat zich te vaak op zwarte Amerikanen richt. Opnieuw blijkt dat racisme nog lang niet de lelijke kop is ingedrukt en dat we hier tegen moeten blijven strijden.
Het is triest om te zien dat de discussie in de media op dit moment meer gaat over de manier waarop die strijd gevoerd wordt, dan over het waarom van de strijd. De protesten lopen op verschillende plaatsen uit de hand met geweld en plunderingen als gevolg. Nu geloof ik niet in geweld als oplossing, maar ik realiseer me dat ik, vanuit mijn veilige (witte) positie, in dit geval misschien niet de meest relevante mening heb.
Trevor Noah, presentator van de Daily Show, heeft er wel iets zinnigs over te zeggen. Hij stelt dat we als samenleving een soort contract hebben, waarin we regels afspreken. En als je je aan die regels houdt, kun je je ontwikkelen, in je levensonderhoud voorzien en ben je veilig. Als nu precies die overheidsinstantie die jou veilig zou moeten houden, je keer op keer intimideert, bedreigt, mishandelt en vermoordt, waarom zou je je dan, als zwarte in Amerika, nog gebonden voelen aan dat contract?
In de Volkskrant wordt een demonstrant geciteerd die zegt geen medelijden te hebben met een zwarte ondernemer wiens zaak geplunderd is, want “hij is onderdeel van het systeem”. Ik vind dit een onrustbarende gedachte. Als we niet meer geloven in ons democratisch rechtssysteem, waar zijn we dan? Onze democratie is kwetsbaar, blijkt eens te meer, en voor een groot deel gebouwd op vertrouwen.
En ik snap dat dat vertrouwen verdwijnt wanneer je jaren, decennia, eeuwen, buitengesloten wordt. Ik keek naar “I am not your negro” een docu over de zwarte burgerrechtenbeweging aan de hand van een onvoltooid manuscript van James Baldwin. Wat me trof, buiten de gruwelijke beelden, is hoe weinig er eigenlijk veranderd is. In 1965 wordt ook de vraag gesteld of die protesten nog nodig zijn. De zwarte Amerikanen hebben toch kansen? Ze kunnen toch dokter worden, of notaris of politicus? Precies het ‘bewijs’dat nu aangevoerd wordt om te onderbouwen dat het toch zo erg niet is.
Terwijl ook in de Corona-crisis maar weer eens is gebleken dat de zwarte bevolking nog steeds op achterstand staat. Ze hebben minder toegang tot gezondheidszorg, minder vangnet, zijn minder vermogend om een situatie als deze op te kunnen vangen. Witte Amerikanen hebben gemiddeld 10 keer zoveel vermogen als zwarte Amerikanen.
En ook hier kun je spreken van (al dan niet geinstitutionaliseerd) racisme: denk aan de uitzendbureaus die sneller een Wim aannemen dan een Ahmed, denk aan de belastingdienst die aan etnisch profileren doet. Maar ook aan het gegeven dat kinderen met een allochtone achtergrond een lager schooladvies krijgen dan autochtone kinderen. Hoezo gelijke kansen?
In de docu legt Baldwin uit wat het betekent om geen plek te hebben in de samenleving, in de cultuur. Hij herinnert zich dat hij als jongetje graag naar westerns keek, zichzelf in de cowboy-heldenrol fantaserend, om er later achter te komen dat hij in wezen de Indiaan zou zijn geweest in zo’n film. Hij komt er langzaam achter dat er geen plek is voor mensen als hij in de cultuur en dus in de samenleving.
En het klopt: zwarte Amerikanen zijn ondervertegenwoordigd in media, leidinggevende posities, politiek en zo meer. En dat geldt ook voor andere minderheden, vrouwen en de LGBTQ-gemeenschap. Ook in Nederland zie je dit: afgelopen week zaten in een talkshow een stuk of 6 witte mensen te praten over rassenongelijkheid in Amerika. En als dan, een week eerder, naar buiten komt dat de NPO een (toegegeven, tenenkrommende) poging heeft gedaan om het beeld in hun programma’s wat diverser te maken (de beruchte Divibokaal), gaat ook hier de discussie niet over de onderliggende vraag, maar alleen nog over de manier waarop die beantwoord wordt.
Laten we ons niet afleiden van waar het werkelijk over gaat. Laten we in gesprek gaan en blijven over racisme, discriminatie en ongelijkheid. Laten we ook luisteren naar en leren van elkaar. Laten we er samen voor zorgen dat iedereen zich onderdeel van onze samenleving voelt, ongeacht huidskleur, geloof of geaardheid. En laten we elkaar vooral de ademruimte gunnen die George Floyd ontnomen is.