Categoriearchief: Muziek

The Freeze

De laatste tijd luister ik regelmatig podcasts. Tijdens het sporten, zodat ik het motto “een gezonde geest in een gezond lichaam” aan beide kanten aanpak. Soort van.

Onlangs heb ik kennis gemaakt met de Amerikaanse punkband The Freeze. Volgens Rob -een van de oprichters- een 4e rangs punkbandje, opgericht in de jaren 80. Rob is halverwege de jaren 80 uit de band gestapt en is nu leraar. Zijn beste vriend van vroeger, Cliff, is nog steeds de zanger van The Freeze.

The Freeze wil een verzamel-CD uitbrengen en vraagt Rob om de ‘liner notes’, de teksten in het boekje, te schrijven. Nu is een van de nummers op de CD hun debuutsingle “I hate tourists”, een nummer waarvoor Rob, ondertussen vader van 2 dochters, zich inmiddels kapot schaamt vanwege de nogal vrouwonvriendelijke tekst. Hij twijfelt of hij wel mee wil werken aan de teksten bij de CD en besluit Cliff op te zoeken. De discussie die ontstaat is een actuele: hoe bezie je de geschiedenis in het licht van nu? En wat zou je er mee moeten doen?

Hier kun je de podcast luisteren, dus ik zal er niet te veel over zeggen. Maar ik vind het een interessante en moeilijke afweging. Is het terecht om muziek, kunst, uit een andere tijd te beoordelen naar de huidige culturele maatstaven? De helft van de rockbands uit de jaren 70 kan wel inpakken dan, qua vrouwonvriendelijkheid. Of is het een kwestie van dichterlijke vrijheid? En moet je teksten in een nummer meer vergelijken met een roman? Net zoals Stephen King ook niet verantwoordelijk wordt gehouden voor alle moord en doodslag in zijn boeken?

Of houden bijvoorbeeld vrouwonvriendelijke teksten juist een wereldbeeld in stand dat vrouwen objectiveert en is het daarom terecht dat rappers als Boef hierop aangesproken worden? Moet je onderscheid maken tussen de kunst en de (gedragingen van de) artiest zelf? (de helft van de bands uit de jaren 70…) En als die artiest dan de fout in gaat, wat zegt dat dan over zijn of haar muziek? Is Thriller nu we (denken te) weten dat Michael een viespeuk was nu geen fantastisch album meer?

En hoe ver mag of moet je dan gaan om te laten zien dat je je, als maatschappij, als mens, bewust bent van de context waarin die muziek of kunst gemaakt is? Michael Jackson wordt nog steeds gedraaid, R. Kelly is van Spotify gehaald. House of Cards is nog te zien, maar het laatste seizoen is opnieuw opgenomen om Kevin Spacey eruit te laten. De Cosby-show is nergens te bekennen.

En deze discussie houdt niet op bij individuele artiesten. Herhalingen van “The Dukes of Hazzard” zijn door een Amerikaanse zender gestopt vanwege het vertonen van de ‘Confederate Flag’. De term “Gouden Eeuw” wordt door het Amsterdam Museum niet meer gebruikt, omdat deze periode niet voor iedereen ‘goud’ was.

Ondertussen is het Zwarte Piet-seizoen in volle gang, dit jaar spannender dan ooit. De tijd van met elkaar praten lijkt voorbij, om over luisteren maar te zwijgen. En ik denk dat zowel pro- als anti-Pieten iets kunnen leren van de reactie van de dochter van de bassist van The Freeze die het nummer uiteindelijk (ondanks pogingen van haar vader om dat te voorkomen) toch hoort: aan de ene kant volledig ongepast in deze tijd, maar ook speels en ‘fun’. “I don’t take it seriously. It’s a good song”. Om vervolgens vast te stellen dat ze er ook op die manier naar kan kijken, omdat zij zowel de context waarin het nummer ontstaan is als de schrijver ervan kent. Iemand zonder die kennis zou zich zomaar wel aangevallen of bedreigd kunnen voelen.

Het begint dus bij luisteren. Bij interesse in de ‘andere’ kant. Om elkaars context, elkaars verhaal te leren kennen. En dan komt het wel goed.

The Freeze bestaat trouwens nog steeds en heeft dit jaar weer een nieuwe plaat uitgebracht; ‘Calling all Creatures’.


Songfestival

Het is 2013. Ik zit met goede vriend Ralph een weekendje in een huisje in Twente om wat songs te schrijven, of in ieder geval een poging te wagen. Een van de nummers die we proberen op te nemen is “Blame”, een liedje waar ik al in de “WKZ-tijd” mee begonnen ben. Het liedje gaat over verlies en tegenslag en dat het meestal helemaal niet zo interessant, laat staan helpend is om de schuld bij iemand neer te leggen. Op zaterdag kijken we het Songfestival, ik weet eigenlijk ook niet meer waarom. Maar we waren allebei diep onder de indruk van Anouk, die toen voor Nederland meedeed.

Afgelopen weekend. Ik kijk weer naar het Songfestival. Nu met Elles. Ook een weekendje weg. In Munchen. We zijn door Vertere en FM Acoustics gevraagd om op een hifi-evenement te spelen en om daar onze eigen nummers te laten horen, die door Vertere op vinyl zijn uitgebracht. Een van de nummers die we spelen is “Blame”. We dragen het lied op aan Maria en Elles vertelt waar het over gaat. Het is muisstil in de zaal wanneer we het spelen. Elke keer weer.

Het is bizar. Dat zeggen we vaak tegen elkaar dit weekend. Wie had ooit gedacht dat we, door liedjes te schrijven over ons leven, liedjes die uit ons hart komen, hier terecht zouden komen? Dat we zoveel zulke toffe mensen leren kennen? En dat zoveel mensen geraakt worden door de muziek die we maken? Ik merk, een paar dagen later, dat het me niet goed lukt om de woorden te vinden. Er gaan ook teveel verschillende dingen door m’n hoofd. Dankbaarheid voor deze kans om ons verhaal te vertellen. Dankbaarheid voor de kans om Maria dichtbij te houden. Blijdschap om de verhalen en de humor van de mensen die ik ontmoet. Liefde voor Heleen en Lena, die mij dit zo gunnen. Voor Elles, die een extra dimensie aan onze liedjes geeft en steeds weer het juiste gevoel kan overbrengen. Trots, dat we zoiets kunnen bereiken. En verwondering, want: het is bizar.

R.E.S.P.E.C.T.

Afgelopen week is Tim Knol boos de studio uitgelopen bij Giel Beelen. Het leek Giel grappig om tijdens dat Tim een nummer speelde, een stripper in de studio los te laten. Datzelfde grapje had een collega van Giel uitgehaald bij zangeres Maan, die daar enorm van geschrokken was. Tim had daar iets van gevonden en Giel vond dat Tim zich aanstelde. Vandaag kon Giel dus Tim laten zien hoe leuk dat grapje eigenlijk was. Eerlijk gezegd heb ik het hele fragment niet gezien. Op een of andere manier kan ik me er niet toe zetten om Giel Beelen op welke manier dan ook extra aandacht te geven. (En toch heb ik alweer zes keer z’n naam getypt. Lekker dan.) Bovenstaande samenvatting heb ik geheel uit de reacties op social media opgemaakt. Het woord “respect” kwam vaak voor. Voor de manier waarop Tim Knol reageerde en voor het gebrek eraan wat hem ten deel was gevallen.

Het gebrek aan respect voor een muzikant die gratis in jouw programma een liedje komt spelen. En het klopt; we hebben in Nederland weinig respect voor muzikanten die hun (eigen) nummers uitvoeren. Het minuutje van dwdd is berucht (al zijn ze daar wel van afgestapt). Ik herinner me een optreden van Queens of the Stone Age waarbij de band een minuut mocht spelen nadat er door gasten aan tafel eerst 10 minuten was gekletst over hoe goed en relevant deze band wel niet was. I rest my case.

Tegenwoordig heb je meer kans om in dwdd muziek te mogen maken als je op een of andere manier een cover kan doen dan met een eigen lied. Bij de “American Recordings ” of het “Nederlands songboek” komen verschillende artiesten een cover doen, eigen werk is nog maar aan enkelen voorbehouden. (En dan mág Waylon een hele week lang iedere avond een eigen lied spelen, blijkt er tóch een cover tussen te zitten!)

In het eerder genoemde radioprogramma mag je dan nog wel eigen werk spelen. Op voorwaarde dat je ook een cover doet. Nu heb ik niks tegen het spelen van covers, maar waarom op die manier zo nadrukkelijk kiezen voor de makkelijke en bekende weg? Ander voorbeeld: in Arnhem is cafe Dollars al jaren hét cafe voor live-muziek. Iedere week weer met dezelfde coverbands, al dan niet in sessievorm. Ik kan me niet heugen dat er ooit een band is geboekt met eigen werk.

En áls er dan een bandje ergens zijn ziel en zaligheid over het publiek mag uitstorten, wordt er enthousiast doorheen gekletst. Er worden al Lul-niet-lolly’s uitgedeeld bij concerten.

Wij als publiek zijn dus net zo respectloos. Het lijkt alsof we niet meer erkennen en herkennen welke passie, welke emotie en welk vakmanschap er nodig is om een lied of een album te maken. Muziek is zo makkelijk en overal beschikbaar tegenwoordig, dat het creatieve proces te veel naar de achtergrond is verdwenen. En hierdoor verliezen we de kunst om er van te genieten.

Ik lees dat, om de luisteraar op bijvoorbeeld Spotify binnen te houden, je 30 seconden hebt om je refrein of je punt te maken. 30 seconden! Dat is nog voor het 2e couplet van Bohemian Rhapsody, om over het opera-gedeelte nog maar te zwijgen. Bij “When Doves Cry” van Prince is de goede man nog geeneens begonnen met zingen! Zelfs Johnny Cash is nog niet aan het refrein van “Ring of Fire” toegekomen bij seconde nummer 30.

Voor mij gaat muziek over het vertellen van verhalen. En die verhalen verdienen het om goed en zorgvuldig verteld te worden. En ze verdienen het ook om goed en zorgvuldig beluisterd te worden. En ik wil hier helemaal geen discussie beginnen over geluidskwaliteit maar mensen, gun die mooie liedjes toch ook een mooi geluid. Dus koop die cd of dat vinyl, zet ‘m op, ga lekker zitten (leg je telefoon ff weg) en laat je meevoeren door het verhaal!

 

 

Life happens

life

 

Zeg dat wel, John.

Bijna twee jaar geleden was ik trots als een aap met 7 staarten: ik was Mfn Registermediator geworden! Als zelfstandig mediator zou ik een nieuwe start maken, op m’n eigen manier, want: ik mocht het zelf weten.

Het is een klein beetje anders gelopen.

Het slechte nieuws: Ik ben geen “officiële” mediator geworden. Heb in die bijna twee jaar geen mediation gedaan. Ja, een keer een oriënterend gesprek gehad, maar dat is verder niks geworden. Een andere keer zag de client er van af omdat ik iets over KISS geschreven had en dat niet paste bij haar geloof. Tja. Plannetje mislukt? Nee, want er is ook goed nieuws:

Na een korte terugkeer op het oude ING-nest (het waren twee fantastische weken) werk ik sinds april 2015 met veel plezier bij Zorgbelang Gelderland|Utrecht als Vertrouwenspersoon. Hier ondersteun ik mensen die een conflict of probleem met hun (jeugd)zorg hebben en hier niet helemaal zelf uitkomen. Geen mediation, want ik ben enorm partijdig voor mijn client, maar ik kan er heel veel van mijn “mediator-skills” in kwijt. Zonder de mediator-opleiding had ik dit werk nooit kunnen gaan doen (al was het maar omdat het eerste contact via een mede-cursist tot stand kwam). Zoals gezegd, het bevalt me goed. En dat is wederzijds; per januari 2017 heb ik daar een vast contract. Het voelt al zo vertrouwd dat het soms moeilijk voorstelbaar is dat ik er pas anderhalf jaar werk. Ik realiseer me dat het bijzonder is om op deze leeftijd zo’n loopbaan-switch te maken en ik ben enorm blij met de kans die ik gekregen heb.

Over kansen gesproken: eind 2014 werd ik gebeld door ene Elles. Of ik gitaar wilde spelen in haar band. Een telefoontje met gevolgen, want hieruit is een vruchtbare en vooral fijne samenwerking ontstaan die al veel mooie liedjes heeft opgeleverd. Voor het eerst in mijn toch al bijna 40-jarig bestaan als “muzikant” blijk ik ook liedjes te kunnen schrijven. Soms het hele liedje, soms de melodie of een stuk tekst. Zoals deze:

En die samenwerking (eigenlijk een veel te zakelijke term voor onze vriend- annex partners-in-crime-schap) met Elles Springs heeft me dingen gebracht die ik een paar jaar terug niet voor mogelijk had gehouden. Het maken van een clip zoals die hierboven, bijvoorbeeld. Of over je eigen muziek praten op Omroep Gelderland. Onze eigen muziek spelen in Veronica’s Countdown Café! Zelfs voor het eerst als sessiemuzikant ingehuurd om wat slide te spelen op een album van een singer-songwriter. En straks, als voorlopig hoogtepunt: Op 20 november presenteert Elles haar nieuwe cd, waaraan ook ik heb mogen meeschrijven en vooral meespelen. En ik kan alvast verklappen: het is zo mooi geworden! Alweer trots als een aap met 7 staarten!

En zo kan het gebeuren dat ik, na twee jaar ingeschreven te hebben gestaan als mediator, me nu uitschrijf uit het mediator-register. Maar, niet getreurd: ik word lid van een nieuwe club!

buma

 

 

Honor your heroes. While they’re still here.

In the last couple of weeks, rock ’n roll lost some great members of the family. Most notably Lemmy and, today, David Bowie. A stream of condolences, memories and personal stories of what these icons meant to people filled Facebook, Twitter and other media.

It got me thinking. A few years back, I made a resolution. I wanted to tell one of my heroes of the rock ’n roll family what he meant to me. Why he, his band and his music were so important in my life. I never fulfilled my resolution. And today, while watching and reading all the messages about how loved David Bowie was (and still is), I will keep my promise. Because I want to write it while he’s still (very much) alive. And you never know when the rock gods in heaven need a new guitar player.

So. This is my (open) letter to mr. Nuno Bettencourt.

 

Dear mr. Bettencourt, dear Nuno,

It’s been a few years now that I’ve been planning to write you this letter. I just wanted to tell you what kind of role you played in my life, and thank you for it.

Let me start by recalling the day I first heard Extreme. It was an episode of Headbangers Ball (back when MTV actually played music) when they played “Get the funk out”. My mind was blown. As a Queen, Aerosmith, Van Halen fan, this was the band where, for me, it all came together. The next day, I went and bought Pornograffitti. It stayed in my CD player for at least a couple of weeks. Except for the time I played it to my parents, that is.

Since that day, I stayed ” with you”. I saw Extreme a couple of times in the early 90’s. I went to a Dweezil Zappa show, hoping for a guest appearance (didn’t happen, but great show). I went to a Washburn clinic, which turned out to be a DramaGods-show (still one of my favorite concerts); I even went to the Satellite Party show in Amsterdam. Only show in Holland I missed was the Rihanna show. Yeah, I know, big mistake, especially because it was in my hometown of Arnhem.

So far, my story will resemble a lot of other people’s experiences when they stay with a band or artist for a longer period. You grow up and the artist and his music matures as well. And, as you get older, your world changes from girls and school to love, life and, well, loss.

So here’s where my story gets personal. In 2010, our second daughter, Maria, was born. After a couple of months she was taken to a hospital and, after a few weeks, they discovered that her immune system wasn’t working. She had SCID, also known as “the boy in the bubble-syndrome”. Her only chance was a stem cell-transplant. Two years of hospitals, stress, fear and hope followed. In those two years, Maria turned out to be a strong, cheerful and most times very happy little girl with a good sense of humor and a real love for music. At times it was her who kept my wife Helen and myself going and not the other way around.

In july of 2012, Maria passed away.

One of the last thing I said to her, and certainly the last promise I made to her, was that I would play something nice for her at her funeral. Music was a major, important part of the service we held for her. At the end, we played “Peace (saudades)”. And at her grave, together with a very good friend, I played “Ordinary Day” for her.  And here comes my everlasting, undying gratitude to you. You gave me the music and the words, the song, to keep my promise. I cannot thank you enough for giving me the opportunity to do this for Maria.

So there it is. My story about why you are a true hero of mine.

I love you, man.

Keep yourself alive.

Online!

Vandaag gaat m’n site online. Met dank aan iedereen die me daarbij geholpen heeft!

Ik zou dit willen “vieren” met muziek. Omdat muziek een enorm belangrijke rol in mijn leven speelt. En omdat muziek ons samenbrengt, ons verbindt. Zoals Barack Obama in de serie “Sonic Highways” van Dave Grohl (Foo Fighters) zegt:

“There is nothing more unifying (…) than our music”

En verbinding is wat ik wil brengen als mediator, maar vooral hetgeen we nu nodig hebben…

En als ik het over muziek heb op wat de 80e verjaardag van Elvis Presley zou zijn geweest, kan en wil ik niet om The King heen. Want vóór Elvis was er niks.

Enjoy!

Rock ’n Roll All Nite!

Vandaag, 10 april 2014, wordt KISS opgenomen in de Rock n Roll Hall of Fame. Veel te laat natuurlijk. Met 200 miljoen verkochte albums en dvd’s wereldwijd, 30 miljoen concertbezoekers en een geschatte opbrengst van 1 miljard aan merchandise is het een van de grootste bands ooit.

Maar voor mij telt iets anders. KISS is de reden dat ik muziek ben gaan maken. Sterker nog, mijn eerste “echte” optreden zat ik als Peter Criss achter een kinderdrumstel. Geschminkt als een mini-Catman. Echt mee te drummen terwijl Ace, Gene en Paul (Aloys Scheers, Eddie Kramer en Marco Grillo) aan het playbacken waren in de kelder van de familie Bodt waar het klassefeest gehouden werd (dat zal mooi geklonken hebben). “I was made for lovin’ you” speelden we, en “Magic Touch”. En, omdat de KISS-singletjes op waren, als toegift: “Message in a Bottle”. Van The Police, ja. Ach…

Al snel dook ik in de oudere platen. Vooral de live-albums vond ik geweldig. De opwinding en spanning spatten van het vinyl en het geschreeuw van de fans klonk door mijn jongenskamer terwijl ik m’n beste Rockstar-poses stond te doen met een oud tennisracket. (En wat was ik jaloers dat de producer van KISS Alive ook Eddie Kramer heette!)

Op een fanclubdag in, ik meen Zevenaar, werd de concertfilm KISS Live at Budokan gedraaid. Toen (het internet bestond nog niet, kindertjes) was het nog niet zo makkelijk om livebeelden van je favoriete bands te zien. Ik kende ze alleen van de slappe clipjes die bij de singles hoorden. Dit was andere koek.

Ik zag geen geschminkte mannen met kleurige kostuums die een soort disco-pop-rock maakten. Nee, dit waren 4 “larger than life” vleesgeworden stripfiguren, in zwart en zilver, die keiharde (hey, ik was 10 ofzo) hardrock speelden! Ondertussen ontplofte van alles, er werd vuur gespuugd, de gitarist speelde zo hard en snel dat er rook uit z’n gitaar kwam, de drummer steeg met drumstel en al op tijdens z’n drumsolo en het monster dat bassist was spuugde bloed…… Wow…….

Ergens op de middelbare school begon ik een beetje te pielen op een gitaar. Ik zette een plaat op en probeerde zo goed en kwaad als ik kon mee te spelen. Toen kwam ik er achter dat die nummers van KISS toch wel ingewikkeld in elkaar zaten. Wat een moeilijke rot-akkoorden! Totdat ik er achter kwam dat ze hun gitaren gewoon een half toontje lager hadden gestemd. Toen bleken het gewoon E, A en D-akkoorden te zijn die zelfs ik kon meespelen.

En wat een fijne nummers om te spelen! Vergeet “I was made for lovin’ you”! Luister naar “Detroit Rock City”, “Strutter”, “I Stole Your Love” en “God of Thunder”! Puntige rocksongs met een hoog meezinggehalte en fantastische solo’s die van Ace Frehley de held van een generatie maakten. Luister maar naar de solo van Pearl Jam’s “Alive” die regelrecht gekopieerd is van Ace z’n solo in “She”. (Ace had ‘m weer van The Doors, trouwens)

Bij een optreden in de “Unplugged” serie van MTV bleek hoe goed de nummers van KISS eigenlijk zijn. Als een liedje met enkel akoestische gitaren blijft staan, is het gewoon een goed liedje. Bij MTV Unplugged werd de basis gelegd voor de commercieel meest succesvolle periode van de band: de reünie-tour! Voor mij betekende dat de kans om mijn helden, jaren na die dag in Zevenaar, eindelijk in het echt te zien.

En natuurlijk wist ik ondertussen wel dat er gewoon een rookbommetje in die gitaar zat, dat die drummer eigenlijk niet zo goed kon drummen en al helemaal geen solo zou moeten mogen doen en dat dat monster gewoon een op geld beluste zakenman is die toevallig met muziek maken z’n geld verdient. En dat de hoeveelheid merchandise die over de fans uitgestort wordt de grens van het belachelijke allang gepasseerd was (iemand interesse in een KISS-doodskist?).

Maar het was magisch. Ik voelde me weer dat jochie. Ik heb 2 uur met een enorme grijns op m’n gezicht mijn ogen uit staan kijken. Alle bekende nummers kwamen voorbij en ook alle bommen, granaten, al het vuur, de rook en het bloed. En die andere keren dat ik ze gezien heb, was het net zo. En als ik vandaag of morgen de dvd met KISS Live at Budokan opzet, ben ik heel even weer een jaar of 10.