Zoals bij zoveel muzikanten was mijn eerste bandje de schoolband. Onder bezielende leiding van de muziekleraar oefenden we wekelijks ons setlijstje voor dat ene optreden op het eindfeest. De nummers werden, als ik het me goed herinner, door de zangers uitgekozen. Zo had een zangeres gekozen voor ‘Killing me softly’ , waarmee ze ons wekelijks, nou ja, je snapt het. Een zingende leraar in de band was, weetjewel, een oude hippie, dus die koos voor iets hippie-achtigs, van Creedence Clearwater Revival: Proud Mary. Ik had er niet zoveel mee eerlijk gezegd.
Een paar maanden later. Samen met mijn broer op bezoek bij de buren. Een jong stel, met de liefste kat ooit, een grote platencollectie en altijd wel bier in de koelkast. Het werd een gezellige avond. De buurman zette een plaat op en zei dat we goed moesten opletten. Nu gingen we wat meemaken, dit hadden we vast nog nooit gehoord.
Pas halverwege het nummer herkende ik het. Verdomd dat was Proud Mary! Maar, wat een versie! Ike and Tina Turner, zei de buurvrouw met een glimlach. Tina kende ik wel, van Private Dancer natuurlijk, die was niet weg te slaan van radio en (M)TV. Maar dit was andere koek. De buurman zei dat het pure sex was dat door de speakers klonk. Daar wist ik nog niet zoveel van, maar ik nam het graag van hem aan. Ik kreeg het ook wel een beetje warm, of was dat een biertje teveel?
In ieder geval is toen voor mij duidelijk geworden dat je je een lied eigen kan maken. Ook al heeft iemand anders het geschreven, je kunt je eigen verhaal ermee vertellen. Nu valt dat nog niet mee, en ook ik heb me zeker bezondigd aan het spelen van covers die een slap aftreksel waren van het origineel. Maar sindsdien bewonder ik vooral covers die niet zozeer kopieën van het origineel zijn, maar waar iets mee gedaan is. Ray Charles die Yesterday zingt. Jimi met All Along the Watchtower. Cash zijn Hurt. En Ike en Tina dus.
Het was een gezellige avond met een mooie les. Alleen voel ik me achteraf wat ongemakkelijk om bij het voorspel van de buren te zijn geweest.