Maandelijks archief: november 2013

Enschede en Griekenland

Als Arnhemmer heb ik natuurlijk niet veel met Nijmegen. Maar ik heb écht niks met Enschede. “De fik d’r in!” zeggen we thuis als het E-woord valt. 

Deze antipathie is terug te voeren op een aankoop van een vloer. In Enschede. Of, beter gezegd, de poging tot de aankoop van een vloer. In Enschede.

We hadden een mooi huis gekocht in Arnhem, een benedenwoning in de Burgemeesterswijk. In het souterrain lag linoleum en daar wilden we een houten vloer leggen. Via internet kwamen we in Enschede terecht, bij Woods and Stones. Daar kochten we een partij oud hout, uit een klooster. Heel mooi. Aanbetaald, leverdatum afgesproken, wij blij. 

Op de afgesproken datum zaten we klaar met de hulptroepen om de vloer te ontvangen en te gaan leggen. Maar….je raadt het al: geen vloer. Toch maar eens bellen. En toen begon de ellende pas echt. Het tukkerse accent, dat zo lekker nuchter klinkt, bleek ook heel ongeïnteresseerd, lomp en bot te kunnen klinken. Zeker wanneer de vrouw aan de andere kant van de lijn geen enkele intentie had om van ons probleem ook maar gedeeltelijk haar probleem te maken. De afspraak werd ontkend, kon niet zijn afgesproken en verder kon er niets. Na lang en vruchteloos gepraat konden we de aanbetaling terugkrijgen. Het woord sorry was niet gevallen.

En dat steekt, 8 jaar later, nog steeds. Lang nadat ons probleem, een vloer, is opgelost (we wonen er ondertussen al niet meer) woekert het conflict tussen mij en Enschede voort. Het probleem was dan wel praktisch, zakelijk, maar het conflict…..zo persoonlijk als wat.

En dat geldt voor ieder conflict. Hoe zakelijk de omgeving of het probleem zelf ook; het conflict is persoonlijk. En zonder het conflict op te lossen, kun je het probleem misschien wel oplossen, maar dan blijft het conflict bestaan, dat woekert voort met alle gevolgen van dien. 

Ook op een grotere schaal zie je dit principe. Neem de eurocrisis, bijvoorbeeld Griekenland. Het probleem is zakelijk: Griekenland heeft een tekort en dat tekort is groter dan ze in eerste (of tweede) instantie hebben toegegeven. Ze kunnen hun broek niet meer ophouden en hebben hulp nodig. Cijfertjes en zakelijk, toch?

Yeah right.

In de openbare discussie die vervolgens gevoerd wordt, zie je die cijfers nauwelijks terug. In die discussie overheerst het conflict, het persoonlijke. De emotie. “Die Grieken hebben ons besodemieterd en liggen de hele dag van ons geld op hun luie reet”. “Wij laten ons de wet niet voorschrijven. En zeker niet door die Duitsers. Het is geen 1940!”  Ook onze politici deden hier aan mee, inclusief onze MP en minister van Financiën. Hiermee het conflict alleen maar voedend en geen stap dichter bij het oplossen van het probleem komend. Maar dat terzijde.

Mijn punt is, dat zelfs een macro-economisch probleem een onderliggend persoonlijk, emotioneel conflict kent. En zonder dat en alle bijbehorende emoties te erkennen, zal dat conflict blijven bestaan en als een veenbrand af en toe weer oplaaien. En zal Griekenland nog jaren het Enschede van Europa blijven.

Tussen mij en Enschede zal het wel nooit meer goedkomen. Na de mislukte vloer-aankoop heb ik namelijk nog iets gekocht in Enschede. Een Jeep Wagoneer. Prachtige auto, ontzettend stoer. Hadden we wel verdiend, vonden we. Onze eerste rit duurde nog geen 500 meter. Hij bleek zo lek als een mandje. De vervolgens uitgevoerde herstelwerkzaamheden hadden het probleem niet opgelost maar juist verergerd. Maar daar viel niet meer over te praten, zo werd mij op, laten we zeggen “nuchtere” toon duidelijk gemaakt.

En als mediator zou ik natuurlijk mijn conflict met Enschede aan kunnen pakken en mijn emoties daarin erkennen om zo met schone lei verder te gaan. Maar ja, ik ben ook maar een mens.

Nee, Enschede…..De fik d’r in!

 

Prisoner of Rock and Roll!

Wow. Wat was dat goed. En lekker. Overrompelend. Strak. Vet.
Queens of the Stone Age in Ziggo Dome, op een gewone doordeweekse dinsdag. Zomaar, een cadeautje van goede (muziek)vriend Joost. Wat een cadeau. Één van de beste concerten die ik ooit gezien heb, van zo ongeveer de beste rockband van dit moment.
Als vanzelf komt de vraag bij me op: wat zijn dan die beste concerten die ik gezien heb?

En als ik dan daar over ga nadenken realiseer ik me dat ik al best veel gezien heb. En dat het moeilijk is om een keuze te maken. Want er zijn ook veel concerten waarvan de blijdschap om het meegemaakt te hebben de daadwerkelijke indruk die het concert zelf gemaakt heeft overheerst. Dat geldt bijvoorbeeld voor Willie Nelson in de Melkweg. De oude outlaw met versleten gitaar en een verrassingsoptreden van Snoop Dogg. Maar echt heel goed was het eigenlijk niet. Of Van Halen, op de geboortegrond van de broertjes. Geweldig om eens te zien, vooral het gemak waarmee Eddie de ene na de andere onmogelijke noot uit z’n gitaar perst. Alsof het niks is. Maar als geheel…

Of Allison Kraus en Robert Plant. Ja, Robert Plant. De man die met Led Zeppelin de rockmuziek veranderd heeft. Bijna iedere band die ik leuk vind, zou er niet in die vorm zijn zonder Led Zep. Geweldige plaat gemaakt met Allison Kraus ook. Maar, zoals een van de Kroese-jongens het treffend verwoordde: “het was meer mooi dan dat het goed was”. Er was echt niks op aan te merken, maar er miste een…vonk? Een beetje rock ’n roll misschien..
Nee, er is een soort “buitencategorie” van optredens. Concerten waarbij alles klopt, band en publiek boven zichzelf uitstijgen, de magie van muziek in de lucht hangt. Hier mijn ervaringen tot nu toe:

B.B. King
Misschien wel het eerste concert waar ik naar toe ging. Het was ergens halverwege de jaren 80 denk ik. In de Matenhal, de Apeldoornse variant van de Rijnhal. Arnhemmers weten het dan wel. Nul sfeer en een beroerd geluid. Maar B.B. had binnen twee noten de grote onpersoonlijke sporthal omgetoverd tot een kleine nachtclub. Het voorprogramma was ook geweldig. Champion Jack Dupree. Kereltje van een jaar of 90, echt een ouwe bluesheld. Was ook erg onder de indruk van zijn vermogen om in een optreden van een half uurtje 2 Grolsch-beugels weg te tikken.

Prince
Op een zondagmiddag in juni 1987. Daar gingen we dan, Arjan (toen nog) van Veelen en ik. Donderdagavond in Bubbles besloten om te gaan en zondagmiddag al in de trein naar Rotterdam. Geen idee wat ons te wachten stond. Volkomen overrompeld werden we. Een show met sneltreinvaart, strak geregistreerd met topmuzikanten en een geweldige Prince. Eén groot feest van een uur of 2.

Extreme 1991
Ik had op MTV de clip van “Get the funk out” gezien en vond het geweldig. Hardrock met een groove en blazers. En een fantastische gitarist, Nuno Bettencourt, die uit zou groeien tot mijn favoriete gitarist. Werkelijk alles wat die man doet vind ik mooi. In ieder geval had ik kaartjes voor een optreden van Extreme in Tivoli en Robert zover gekregen dat hij mee ging. Dit was nog voor hun doorbraak met “More than words”. Ze speelden de tent volkomen plat. Toen More than words gespeeld werd, bleek het publiek het al te kennen, tot grote verbazing van de band. Daarna ging het dak er echt af. Ik heb Extreme vaker gezien, maar deze avond was magisch. Zelfs een clinic van Nuno met z’n toenmalige band Dramagods in een klein zaaltje in Den Haag had niet die intensiteit. Wel een geweldige ervaring om zo’n man van zo dichtbij op de vingers te kunnen kijken.

Urban Dance Squad (1997)
Toen De Verdieping (nu de Stage) net open was, hadden ze een ambitieuze programmeur. Een van de eerste concerten daar was van de UDS. Een mooie test, vooral voor de vloer. Blijkt dat, als een man of 150(?) staan te springen, zo’n vloer best een centimeter of 10, 15 mee kan veren zonder dat iedereen in The Move belandt. Wát een feest. Ik stond pal voor René van Barneveld, ook al zo’n geniale gitarist.

Kiss
Jeugdsentiment in optima forma. Als jochie was ik een enorme Kiss-fan. Op een fanclubdag (jawel!) zag ik een concertfilm en ik keek m’n ogen uit. Wat een spektakel. Toen ze in 1997 weer met schmink en de originele bezetting in Nederland langs kwamen kon ik erheen. En voelde me weer jong! Later heb ik ze nog een paar keer gezien, de laatste keer in 2010 in Arnhem. Maria lag toen een paar weken in Rijnstate en wij werden naar Kiss gestuurd. Genoeg entertainment, bommen en granaten om alles even te vergeten.

Rush
Een De Grauw-broers traditie is dit. De laatste keer aangevuld met neef Jan. De eerste keer dat ik ze zag, in Oberhausen september 2004, was ik overdonderd door de totaalervaring. Het muzikale vakmanschap, het plezier dat van de band afspatte, de videoschermen, de filmpjes. Alles was goed, alles klopte. En dat was twee weken later in Ahoy net zo. En eigenlijk iedere keer dat ik ze sindsdien gezien heb. Met de aantekening dat ze toch elke keer weer nóg iets beter zijn.

Bruce Springsteen
The Boss mag natuurlijk niet ontbreken. Ieder concert is weer speciaal, als een soort religieuze ervaring. Mijn eerste keer met Bruce was in Arnhem, alleen al het feit dat ik op het fietsje er naartoe ging was speciaal. Het was ook het eerste concert waar ik ooit gehuild heb, bij No Surrender. Ware uitputtingsslagen zijn die concerten, het is pas klaar als iedereen om is en zich heeft verklaard tot “prisoner of Rock and Roll”. De laatste keer in Nijmegen zal ik nooit vergeten. Met een goede vrienden en m’n schatje in de stromende regen, dansend en zingend op “Twist and Shout”. Dit nummer, zo las ik later, was het eerste nummer dat een jonge Bruce zichzelf op de gitaar leerde. Hij speelt dit dus al zo’n 50 jaar en nog steeds alsof het de eerste én laatste keer is. Geweldig.

Ray Lamontagne
Met m’n lief, midden in de stress van de ziekte van Maria. We hadden wel behoefte aan wat spirituele “uplifting”. En dat kregen we. Wat kan die man mooie liedjes maken, mooi zingen en wat had hij een goede band bij zich. Alles klopte. Voor eventjes.

John Mellencamp
In een congreszaal in Den Haag. Niet echt een rock n roll locatie. Maar wat een concert! Alles kwam binnen; geweldig gespeelde muziek, met nieuwe, mooie arrangementen zodat ook nummers die je al bijna 30 jaar kent (ja, ik word oud) fris en nieuw klinken, de teksten…

Foo Fighters
Ook al een cadeautje van goede vrienden. Een ticket voor Lowlands 2012. De Foo Fighters sloten de zondag en daarmee de heetste Lowlands ooit af. Niet dat ze last hadden van de hitte, trouwens. Met een enorme bezieling en dito tempo werd het ene na het andere nummer de tent ingeslingerd. En net als je dacht dat het toch wel erg Amerikaans gladjes werd, brak Dave Grohl uit het stramien om de zaak weer even op scherp te zetten. Topshow!

Flying Colors
Een soort gelegenheidsformatie, bestaande uit rasmuzikanten, die in een dag of tien een pracht van een cd hebben opgenomen en vervolgens een optreden of 8 in Europa doen. Ze waren in NL op de verjaardag van Lena, dus broer Hans en ik naar Köln. Naar Gloria, wat een heel mooi oud zaaltje bleek te zijn. Een soort Luxor. Erg sfeervol, goed geluid, superband en het publiek was er zich van bewust dat dit wel eens eenmalig zou kunnen zijn. Magisch!

En dus, afgelopen dinsdag, QOTSA. Op een toch niet zo gewone doordeweekse dinsdag; zo vaak wint Ajax ook weer niet van Barcelona, toch?

En dan hebben we het nog niet gehad over Ian Moore in (of all places) Assen, Calexico met mariachiband, één van de vele keren Aerosmith, Journey, Soul Sirkus (met de gitarist van Journey), Boris McCutcheon of die andere Highwayman Kris Kristofferson. Of Slash (met of zonder GnR), the Black Crowes, Dweezil Zappa, Chris Whitley, Brian Setzer (met of zonder orchestra) of de Stones op hun eerste tour die wel eens de laatste zou kunnen zijn. Heel lang geleden dus.

Het zijn allemaal ervaringen die ik heb mogen opdoen, die me geïnspireerd en beïnvloed hebben. Ik ben blij dat ik een “Prisoner of Rock and Roll” ben!

Ruiter en paard

Van de week moest ik opeens aan Co Adriaanse denken. Nu overkomt me dat niet vaak, dus wou ik er even bij stilstaan. Co is natuurlijk vooral bekend als trainer, maar ik dacht aan hem als de taalvernieuwer die hij ook is. “Scorebordjournalistiek” en ” woonerfvoetbal” zijn begrippen in de Nederlandse sport geworden. Ik moest denken aan de legendarische opmerking van Co toen zijn mening over het trainerschap van Marco van Basten gevraagd werd: “Een goed paard is nog geen goede ruiter”. Men sprak er schande van: zo zette je een van de beste voetballers ooit toch niet in de hoek? De tijd heeft echter het gelijk van Co wel aangetoond; ook Van Basten zelf was het uiteindelijk met Co eens en stapte op als coach van Ajax.

Ik moest er aan denken nadat ik een nieuwe trend in omroepland had ontdekt: de Bekende Ervaringsdeskundige. Eerst was daar Jimmy Geduld, een ex-cocaïneverslaafde/ex-soapster die in een nieuw programma verslaafden gaat helpen. Vervolgens kwam Leontien van Moorsel, ex-anorexiapatiënt/ex-wielrenster met een programma waarin ze, jawel, anorexiapatiënten gaat helpen. Ik heb geen van beide programma’s gezien, dus kan er niet over oordelen. Maar het roept bij mij wel een paar vragen op. 

Allereerst doet het me denken aan de “hebikzelfook”-verkoopmethode; het absolute zwaktebod in een verkoopgesprek. Je kent het wel; in de mediamarkt sta je bij een tv, komt er een pukkelige, zwetende verkooppuber naast je staan met de woorden: “Tof tv-tje hoor. Ik heb m zelf ook”. Zelfs in mijn tijd als beleggingsadviseur had ik een collega die bij het “adviseren” van een fonds altijd wist te melden dat hij ze zelf ook had.

Maar vooral doet het me denken aan Co. Een goed paard is nog geen goede ruiter. Wat maakt dat Jimmy en Leontien geschikt zijn om mensen te helpen met zo een ernstig probleem? Hopelijk meer dan: ik had het zelf ook. 

Andersom geldt het ook: Een goede ruiter hoeft ook niet een goed paard te zijn. Toch? Tenminste, ik hoop dat in de opleiding verslavingszorg de stage niet ingevuld wordt met een jaartje spuiten, zwerven en tippelen. Of, dichter bij huis: ben ík, terwijl ik m’n leven lang al conflicten uit de weg ga, wel de aangewezen man om anderen te helpen hun conflicten op te lossen?

Ja, waarom niet? Als Co gelijk heeft, tenminste. En, zo zal Marco van Basten beamen, dat heeft-ie.

Ik zie trouwens nog volop mogelijkheden om deze trend uit te melken. Een programma over gokverslaving met Glen Helder. Relatietherapie met Xander de Buisonje. Kom van je eetverslaving af met Peter Beentjes. Vliegangst? Dennis Bergkamp helpt! Ondernemers in de problemen kunnen bij Marco Borsato terecht. En de meest wanhopige zender lanceert een “Absolute Doorbraak in de Televisiewereld”: Suïcide-TV, gepresenteerd door het hologram van Antonie Kamerling.

Zwarte Piet

Met veel aarzeling schrijf ik de titel van dit stuk. De discussie over het lot van Zwarte Piet is dermate uit de hand gelopen, dat ik er eigenlijk ver vandaan wil blijven. Maar ja, ik ben mediator en dan is zo’n strijd toch erg interessant.

Zoals de eerste de beste burenruzie is ook dit conflict in no time geëscaleerd. Er worden vraagtekens gezet bij het al dan niet rascistische karakter van de trouwe knecht (…) van Sinterklaas en voor je het weet wordt daarop geantwoord met: “Zwarte Piet is niet rascistisch en als je het daar niet mee eens bent, rot je maar op naar je eigen land”.

De partijen staan ondertussen lijnrecht tegenover elkaar. Ieder vanuit hun eigen hoek schreeuwend.  “Zwarte Piet is rascistisch!” “Niet waar! Hij is zwart van de schoorsteen!” “Kijk dan naar z’n pakje. Dat is toch precies zoals slaven er in de 19e eeuw uitzagen!”

Conflict is oplosbaar wanneer partijen in plaats van naar hun standpunt naar hun belang gaan kijken. Wat zou het belang zijn van de fans van Zwarte Piet? Zij zijn als de dood dat hun sinterklaasfeest wordt afgepakt. Afgezien van een onbevoegde VN-medewerker is er volgens mij nog niemand die dat geëist heeft. De tegenstanders van Piet voelen zich gediscrimineerd en willen dat gevoel kwijt. En niet Sinterklaas op zich.

De missing link in het verhaal: je kunt niet voor iemand anders bepalen wanneer hij of zij zich gediscrimineerd mag voelen. Kan je nog zoveel historisch correcte herkomsten van de figuur Zwarte Piet achterhalen, het helpt niks. En als mensen zich gekwetst voelen bij de manier waarop een volksfeest gevierd wordt, dan moet je daar wat mee, lijkt me. Begin eens met het erkennen dat die gevoelens bestaan. En erken ook het belang van het Sinterklaasfeest in de Nederlandse cultuur.

Als we nu eens uit onze hoeken komen en zoeken naar een gemeenschappelijk belang, vinden we vast een manier om het feest gewoon te kunnen vieren. En als er dan iets moet veranderen, dan moet dat maar. Natuurlijk, verandering is eng. Maar alles verandert, altijd. Dus ook Sinterklaas. Er is ook al tijden geen kind meer in zak gestopt, toch?